The Art of Stretching the Disciplines

Pages: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12  / inhoudsopgave / bronnen /  2  / HEDENDAAGSE TUSSENRUIMTES

 

2 / HEDENDAAGSE TUSSENRUIMTES

/ INTRO /

Om een compleet beeld te krijgen, zodat Stretching the Disciplines zich kan positioneren tussen de bestaande initiatieven, en om fundamentele vragen te stellen en te beantwoorden met de wens interdisciplinaire verbindingen tot stand te brengen, probeer ik eerst een schets te maken van de huidige situatie binnen de instituties. Onder het hoofdstuk Noisy Niches zal ik ingaan op de kleinere initiatieven. Wat is het discours of zou dat moeten zijn?

Juraj Lexmann wijst in Audiovisual Media and Music Culture digitalisering en het internet als de grote boosdoeners aan voor de optredende egalisering van het muziekaanbod en de invloed die dat heeft op de massamedia die met name weerspiegeld wordt in het commerciële gebruik van muziek- en beeldformats1.
Deze gedachte klinkt door in de informatie* die directeur Dick Rijken van het Amsterdamse STEIM (Studio for Electro-Instrumental Music) mij stuurde. Steim heeft zowel een brede lokale als een internationale functie en legt zich toe op het onder de aandacht brengen van een internationale mix van performers, musici en visuele kunstenaars. Zij ontwikkelen instrumenten voor hun werk. Door educatie, workshops en concerten verspreiden zij hun kennis. Taco Stolk nam ik een interview*, 2 af. Hij is directeur van de ArtScience Interfaculteit, die een interdisciplinaire aanpak voorstaat met een focus op kunst in combinatie met wetenschap en muziek maar zoekt ook het snijvlak op met Performing Arts.3
Stolk zelf heeft nog les heeft gehad in de relatie beeld en geluid, maar in zijn huidige functie staat hij voor een visie die zich eerder verhoudt tot techniek en electronica. Deze combinatie is voor ontwerpdocenten, waarvan ik er zelf een ben, en voor aankomend ontwerptalent juist nú van belang, omdat electronica en het digitale aan terrein winnen binnen het design.

Componist en kunstenaar Dick Raaijmakers, en ontwikkelings- en waarnemingspsycholoog en kunstenaar Frans Evers – auteur van het boek The Academy of the Senses –, waren de visionaire oprichters van de oorspronkelijke Interfaculteit van Beeld en Geluid. Synthese tussen de zintuigen was een belangrijke waarde voor het onderwijs, hetgeen in de huidige vorm van de Interfaculteit nog steeds in het curriculum zit.4
Als autonoom kunstenaar, ontwerper en docent, die steevast voor een interdisciplinaire samenwerking pleit, voel ik mij uiteraard verwant met dit gedachtegoed.

Componist Boulez wordt aangehaald omdat hij zich al tot de vroegste vormen van computertechniek verhield, en Remko Scha omdat hij al eind jaren negentig vanuit een andere invalshoek een controversieel standpunt innam. Zij benaderen computertechniek op een conceptuele manier. Verder laat ik Rens Machielse, directeur Muziek en Technologie van de HKU (Hogeschool voor de Kunsten Utrecht), aan het woord. Hij gaat eerder pragmatisch met het fenomeen om en vertelt wat dit te bieden heeft*. Hij heeft een breed beeld van wat er in de commercie leeft en hoe geluid zich tot audiovisueel en film verhoudt, maar verliest daarbij de autonome kant niet uit het oog.

 

/ ELECTRONIC REALITY /

// COMPOSITIETECHNOLOGIE ALS INDUSTRIEEL PRODUCT //

Lexmann geeft aan dat computertechnologie voor een belangrijk deel toegepast wordt in de populaire muziek vanwege de commerciële belangen die hierin meespelen. Deze technologie heeft voor een escalatie van invloeden van alle media op de massamedia gezorgd. WaveStations kunnen vanaf de jaren negentig al automatisch veranderingen in sound en muzikale ritmes maken, waardoor kinderen kunnen componeren met een keyboard, en muzikanten managers geworden zijn die composities in de markt zetten.5 Het internet heeft daarna zijn grote vlucht genomen.6 Omdat de beschaving in principe is gebaseerd op technologische ontwikkelingen, is er bij te snelle technologische ontwikkelingen sprake van een neergaande cultuur, vooral op het gebied van de kunst.7

Hedendaagse audiovisuele producten, met name die ontworpen zijn voor de commercie, worden vaak ondersteund door speciaal hiervoor gemaakte tunes (video), gecomponeerd door een dtp-er, muzikant of componist die elektronische samples aan elkaar breit, of door elektronische easy-listening of dance, afkomstig uit een muziekdatabase als Premium Beat.

Dit levert voornamelijk een soort feelgood-, feelcalm- en feelspirit-tunes op, waarvan het belang hoofdzakelijk lijkt te zijn dat ze ons consumptiegedrag op peil houden. Dit zet zich door in tunes voor trailers, teasers en voorlichtingsfilmpjes of tutorials, en in inleidende tunes voor bijvoorbeeld nieuwsuitzendingen (afb. XX). Wanneer je het leaderoverzicht van NPO beluistert hoor je dat de ondersteunende muziek in de loop der jaren steeds makkelijker in het gehoor ligt.
Het geeft de urgentie aan dat er wat moet gebeuren, waar Stretching the Disciplines een bijdrage aan probeert te geven.



Premium Beat biedt de gebruiker zelf de mogelijkheid even wat fragmenten

aan elkaar te monteren en afficheert zijn producten met zinssneden als ‘Building with a pulsing
electric guitar introduction that leads to a bright Dance groove, featuring anthemic hand claps
and an inspirational synth melody that creates a mood of pride’.8


afbeelding XIX – Raad de reclamemuziek onderzoek 2014 – 2015 geeft een aardige indruk van de populariteit van muziektunes die bij commercials ingezet worden.

 


afbeelding XX– Nederland 3/NPO3 leaderoverzicht (1988-2014).

Wanneer ik Rens Machielse van de HKU hierover spreek*, nuanceert hij dit beeld enigszins, maar bevestigt hij het tegelijkertijd. De studenten die de commerciële en toegepaste kant op gaan werken meestal met producten die voorhanden zijn in het publieke domein; en zijn over het algemeen beat-georiënteerd (afb. XXI). Dit zit vaak al ingebakken in de briefing van een regisseur of productieleider; de commerciële wereld is behoudend. De reclame-industrie is wat gedifferentieerder. De tendens is dat emoties ‘echt’ moeten zijn, waardoor er juist vraag is naar bandjes en sing-a-songschrijvers. MassiveMusic, een bekend, groot en internationaal bedrijf met filialen in Amsterdam, London, New York, Los Angeles en Shanghai, bouwt bijvoorbeeld een collectie op met sing-a-songmuziek, gecategoriseerd op emoties en associaties.
Machielse signaleert ook dat er tegenwoordig neurowetenschap bij komt kijken. Door hersenmetingen weet men steeds beter wat de doelgroep leuk vindt, en neurowetenschapper Victor Lamme – zelf in het bezit van een neuromarketingbedrijf en verbonden aan de UVA – verkoopt deze expertise weer aan reclamebureaus. Lamme hierover zegt dat onze hersenen bepalen wat we doen en niet onze gedachten9. De vraag is welke rol conditionering hierin speelt en juist voorkomen moet worden, maar ondertussen maakt MassiveMusic hier dankbaar gebruik van. Door zich te profileren als kennisinstituut verkoopt het zijn producten beter.
Als je verder kijkt dan je neus lang is vind je de uitzonderingen. In de gevallen die Rens Machielse aandraagt van zijn meer autonoom gerichte studenten zitten een paar prachtige voorbeelden, waarbij een wat vrijere manier van denken en muziekgebruik wordt ontsloten voor een breder publiek (afb. XXII)*. Autonomie kent vele gradaties, en audiovisueel ontwerp leent zich daar goed voor. Alleen zie je daar in de massamedia te weinig van terug.

 

afbeelding XXI – HKU alumni, Big Orange. De virtual reality installatie voor VELUX helpt consumenten om een voorstelling te maken van de impact van VELUX producten op een ongebruikte zolder.

 

afbeelding XXII – HKU alumni & teacher, Danny Weijermans, 2012. ‘Music & SoundDesign voor Art movies “LUIM 1 – 4”. LUIM 1 is een associatieve film. De ervaring om jong te zijn wordt gevangen door kleine en intense gewaarwordingen’.

 

// LOOPS //

De verwachting was dat de computer (eind jaren vijftig, begin jaren zestig) een grote bevrijding zou zijn – het antwoord op de vraag van componisten zoals Boulez, Varèse en Xenakis. Maar eigenlijk liep het op een teleurstelling uit. Feitelijk konden computers in die tijd nog helemaal niet zoveel, behalve heel goed een klank (of een serie klanken) herhalen, hetgeen niet was wat de componisten voor ogen hadden. In een uitvoering van Boulez’ Répons (1981-1984), waarbij voor het eerst naast het traditionele instrumentarium gebruik werd gemaakt van real-time digitaal gemanipuleerd geluid, zodat het stuk een spiraalvormig en herhalend karakter kreeg10 (afb. XXIII), werd dit gegeven door componist en kunstenaar Dick Raaijmakers op ironische wijze neergezet met behulp van een acteur die niets anders deed dan de hele tijd dezelfde zin uitspreken. Je zou kunnen zeggen dat er een soort ‘loop’ tot stand werd gebracht, een stijlvorm die in de elektronische muziek heel belangrijk zou gaan worden11.

 

afbeelding XXIII – In Répons (1981-1984) koppelde Pierre Boulez voor het eerst het traditionele instrumentarium van de uitvoerenden aan real-time digitaal gemanipuleerd geluid. Vanwege het spiraalvormige karakter van de compositie en de ruimtelijke opstelling van ensemble, solisten, luidsprekers én publiek is de Gashouder in Amsterdam de ideale zaal om het tot zijn recht te laten komen. Het stuk wordt twee keer gespeeld, zodat het publiek in de pauze van plaats kan wisselen om het vervolgens vanuit een heel ander perspectief nogmaals te beluisteren.12

 

afbeelding XXIV– Remko Scha, ‘Thrash’ ook bekend onder de naam ‘Machine Guitars’, 1981-1982

 

Als contrapunt wil ik Remko Scha noemen, van oorsprong computerlinguïst, die de basis van computertaal onderzocht, en een schijnbaar andere conclusie trok. Al sinds het eind van de jaren negentig provoceerde hij schertsend over de stand van zaken binnen kunst, muziek en medialand, aan de hand van zijn alter ego Harry. Hij bevestigde de observaties over dit landschap: we zijn lui, we denken in ‘formats’, to hell with it. Hij vond dat de mens maar beter in het maakproces van kunst, muziek of radio uitgeschakeld kon worden: Get the humans out of the loop. Dit kon maar beter toebedeeld worden aan computers, want op algoritmes gebaseerde computerkunst is superieur aan kunst gemaakt door menselijke kunstenaars. Computers worden niet gehinderd door conventies, of door het streven naar persoonlijk of financieel gewin. Ze onderzoeken op een systematische manier hun zoekgebieden waardoor een interessante en gevarieerde output wordt gegenereerd. De conclusie van het stuk luidde dat computers kunst kunnen maken die de mens niet maken kan; misschien niet altijd mooi, maar wel interessanter (afb. XXIV).
13

 

// STEIM’S SOLUTION //

De avant-garde is volgens Dick Rijken van Steim* zelfs een irrelevant proces geworden dat niet meer past bij de netwerksamenleving, omdat de vernieuwing bestaat uit verbindingen en niet langer uit nieuwe inzichten of kennis. Ook naar zijn idee klinkt avant-gardemuziek al decennia lang ongeveer hetzelfde, omdat met de komst van het internet zo ongeveer de hele muziekgeschiedenis online beschikbaar kwam14. Hij beschrijft dat de avant-garde sinds een jaar of tien/twintig eerder een genre geworden is en niet synoniem meer met vernieuwing. Maar omdat dit genre gericht is op het spelen met fundamenten van klank of harmonie staat het ver af van de dagelijkse luisteraar.

Stukken die door mensen met afschuw als ‘niet muzikaal’ worden betiteld, worden makkelijker geaccepteerd als ze onderdeel zijn van soundtracks. Dat heeft te maken met het feit dat er in die context andere, minder vastomlijnde verwachtingen zijn over wat muziek is of zou moeten zijn, waardoor het veel beter te behappen is en op zijn eigen merites beoordeeld kan worden. Om precies die reden verschuift binnen STEIM de focus de laatste jaren van live-performances naar geluidskunst (afb. XXVII). In die (fysieke) context is geluid of muziek meestal een integraal aspect van het werk, wat het een stuk makkelijker maakt om verbindingen te gebruiken voor vernieuwing. (video)

Ik ben dan ook een groot voorstander van een soort reframing en herschikking van concepten en werkwijzen binnen de kunsten. Design is eigenlijk niet langer toegepaste kunst, maar andersom: kunst is het fundamentele onderzoek van de designwereld. Ik denk dat het op deze manier ook makkelijker is om ‘artistiek onderzoek’ aan de samenleving te ‘verkopen’ en dat we ook een punt kunnen zetten achter het potsierlijke idee dat alle kunst voor een groot publiek toegankelijk zou moeten zijn. Design is er voor het grote publiek, maar voor goed design is het belangrijk dat er op fundamenteel niveau geëxperimenteerd wordt door en voor professionals. Ik noem dat liever niet ‘kunst’, maar ‘artistiek onderzoek’.*

Vanuit de gedachte dat door de samenkomst van mensen en netwerken er vele malen meer kennis en creativiteit tot stand komt, wil Steim nieuwe toepassingen van geluid of muziek bedenken: van installaties die specifiek gemaakt zijn voor een bepaalde ruimte, tot nieuwe toepassingen van muzikaliteit in andere domeinen van de samenleving, zoals bijvoorbeeld in het onderwijs of in de zorg (afb. XXV). Het heeft het dus weinig zin om naar binnen te blijven kijken, maar moeten we, net als elders in de netwerksamenleving, naar buiten kijken: naar verbindingen met andere disciplines, met fysieke ruimte, met nieuwe technologie.* Zo te horen heb ik met Steim een inhoudelijke bondgenoot gevonden, al is technologie natuurlijk het onderwerp van Steim, niet dat van mij.

 

afbeelding XXV – CRDL provides an accessible invitation for Alzheimer’s patients, loved ones and caregivers to make mutual physical contact. […]
CRDL is an interactive object that translates bare-skin touch into sound, using the sense of touch as an agent for engagement. The object acts as an icebreaker – circumventing the cultural and social barriers embedded with touch and intimacy – by creating a playful and spontaneous environment in which users are open to engage each other and explore the depths of human contact. Mark IJzerman: sound design & sensor interaction.15 Voorbeeld aangedragen door HKU en Steim.

 

afbeelding XXVI– Carsten Nicolai, 2012, ‘Unicolor is a sequel of works displaying a collection of visualisation. [..] The installation Unidisplay […] unfolds against a long projection wall with two mirror walls on the side thus visually expanding like a universe, operating with a number of modules of different visual effects to interfere with the viewer’s perception’.16
De kleurbeleving wordt versterkt door het geluid. Beeld eventueel te bekijken vanaf 0:30 min vanwege introductietekst. Voorbeeld aangedragen door Steim.

 

afbeelding XXVII – Matthijs Munnik, ‘Microscopic Opera’, 2011, ‘Can micro-organisms also be performers? How does our relation to these creatures change, after they are seen in an artistic and theatrical context?17
Voorbeeld aangedragen door Steim.

 

// INTERFACULTEIT //

Wanneer ik Taco Stolk van de Interfaculteit vraag* hoe hij denkt over de gevolgen van de digitalisering van muziekproducten, en over de overstelpende hoeveelheid beat-georiënteerde muziek die dat tot gevolg heeft, lijkt dit binnen de Interfaculteit geen issue te zijn. Hij geeft aan dat studenten op de Interfaculteit eerder een onderzoekende mentaliteit hebben. Het klankidioom kruipt op de Interfaculteit toch meer tegen de noisemuziek aan, al constateert hij ook dat daar geen ontwikkeling meer in lijkt te zitten. (18:10 – 20:48 min.) (afb. XXVIII)
ArtScience Interfaculteit heeft zijn eigen antwoord op de digitalisering door de verbinding te zoeken tussen de kunsten en de bèta-wetenschap.

Wetenschap richt zich natuurlijk op begrip, dat is het uitgangspunt. Kunst vult dat aan. In ons thuisvoelen in een bepaald wereldbeeld; door dingen ervaarbaar te maken […] op het moment dat de kennis toeneemt in de wereld – […] dan heeft het zin om dat […] zó te exploreren dat je dat wereldbeeld [je eigen kan] maken, die vérder gaat dan dat je snapt van, okay, ik snap waar kwantummechanica ongeveer over gaat, maar het blijft een soort theoretisch verhaal waar ik niets mee heb en waar ik niks van merk. (13:12 – 15:37 min.)

Dit laatste maakt onmiddellijk duidelijk dat het ervaarbaar maken een duidelijke communicatieve kracht heeft, waardoor we dingen kunnen begrijpen en er kritisch naar kunnen kijken. Dat is precies het punt waar ontwerp zijn voordeel en meerwaarde uit kan halen en op kan meedenken. Wanneer het inzichtelijk wordt, kan het ook meerdere toepassingen krijgen binnen de samenleving. Maar als je niet weet dat het er is, hoe weet je dan hoe je je ertoe moet verhouden? Dat geldt natuurlijk net zo hard voor MKM en noise. Volgens Lexmann neemt muziek in belangrijkheid toe wanneer het correspondeert met andere fenomenen, zoals bijvoorbeeld individuele identificatie18, dan zullen we er naar mijn mening voor moeten zorgen dat we autonome gebieden terugveroveren, ontsluiten of ons eigen maken. Stretching the Disciplines wil zich daarin niet beperken tot professionals maar zich juist ook op studenten richten.

 


afbeelding XXVIII– ‘Interfaculteit ArtScience Den Haag. Een enorm audio-videoproject door veertig studenten van de Koninklijke Academie Den Haag KABK) op TodaysArt Festival 2006’.19 Voor een completer klankbeeld: https://youtu.be/sJwz4JvP5Jk.

 


afbeelding XXIX– In May 2013 the graduating class of the ArtScience Interfaculty presented a sneak peak of their final artworks in a multi-day exhibition entitled SPHERES. The exhibition was more a festival than simply an expo, a completely student-organized event including an opening concert program, symposium, and encompassing three satellite locations clustered around a public intervention in the center of the Hague’.20

 

// INTERDISCIPLINAIR ONDERWIJS TOEPASSEN //

Volgens de oprichters Raaijmakers en Evers van de oorspronkelijke Interfaculteit van Beeld en Geluid had synthese tussen de zintuigen een belangrijke waarde binnen het onderwijs. Daarin baseerden zij zich op het concept van de negentiende-eeuwse componist Richard Wagner, die in zijn Gesamtkunstwerk kunsten samenbracht: ‘Nu beeldende kunst, dans, muziek en poëzie hun hoogste niveau hebben bereikt, kunnen we alleen nieuwe ervaringen creëren door kunsten samen te voegen21. De eerste grootse manifestatie Die Glückliche Hand – Geöffnet – een commentaar op Schönbergs ‘drama met muziek’ Die Glückliche Hand (1910-1913) (video) werd een model voor de projecten voor de komende jaren. Het waren collectieve producties van de faculteit en de studenten, die door middel van de ‘open vorm’ van Raaijmakers muziek en schilderen, theater en licht, electronica en projecties met elkaar integreerde en met de omgeving22 (afb. XXX).

Als autonoom kunstenaar, ontwerper en docent, waarin ik steevast voor een interdisciplinaire samenwerking pleit, voel ik mij verwant met dit gedachtegoed. Omdat ontwerp een expliciet maatschappelijke rol en een directe connectie met de samenleving heeft, waarbij communicatie een belangrijke rol speelt, is het van belang dat het nieuwe verbindingen legt. Want als ontwerp zich niet vernieuwt, waarin zit dan op den duur nog de meerwaarde behalve consumeren?

 

afbeelding XXX – Die Glückliche Hand – Geöffnet (1993) een collectieve productie onder leiding van Dick Raaijmakers, naar de ‘muziek met drama’ ‘Die Glückliche Hand van Arnold Schönberg‘. Advies is om de film te bekijken vanaf 4:56 min.

 

Het is de taak van de educatie en de podia om het bewustzijn over MKM onder een breder publiek te verspreiden en we moeten ontwerpers adequaat opleiden. Daarin zullen we de consequenties van en voor de digitalisering en massamedia moeten meenemen. De vraag is dus gewettigd hoe het komt dat de meeste CMD-opleidingen en kunstacademies, zoals Evers voorstelt, niet structureel geluid- of muziektoepassingen aan grafische of interactieve ontwerpers doceren23, en waarom er niet méér met muziek geëxperimenteerd wordt.
Op de CMD-opleiding van de Hogeschool Rotterdam onderwijzen we ook tekenen, terwijl we de studenten niet opleiden tot kunstenaars of illustratoren maar tot interactieve ontwerpers. Waarom zou je als ontwerpstudent wel leren over de Stijlmanifesten en Van Doesburgs relatie met Dada en het Bauhaus, dat architectuur zag als bouwen in de bredere zin van het woord: het Gesamtkunstwerk24, en niet over de samenwerking tussen Le Corbusier en Varèse voor industriegigant Philips? Gezien het feit dat geluid bij audiovisuele media de helft van het verhaal is, en goed bruikbaar is bij interactieve toepassingen, lijkt me dit geen overbodige luxe en is hier sprake van een lacune in het onderwijs. Wanneer het niet wordt onderwezen trekt de avant-garde zich terug. MKM of avant-gardemuziek blijkt juist een goede bron voor experiment, omdat het de gebaande paden wil vermijden. Zelfs als zij zich van binnen niet vernieuwd, zoals Stolk en Rijken hierboven aangeven, is het voor studenten en ontwerpers meestal volslagen nieuw, waardoor er een verdiepingsslag gemaakt kan worden binnen de visuele media die ze gebruiken.

 

// VERBINDINGEN IN DE TUSSENRUIMTE //

Dat digitalisering uiteindelijk een ondermijnende invloed heeft op de muziek, en daarmee op de massacultuur, lijkt een onomstotelijk feit waar weinig tegenin te brengen valt. Dat er genieën zijn die er prachtige dingen mee kunnen maken zoals Boulez zelf of Stockhausen, James Brown of The Beatles, doet daar niets aan af. Scha formuleerde het in de jaren negentig (?) al het meest rigoureus: laat het maar over aan de computers, en haal de mensen ertussen uit.
Afgezien dat er een reden is voor wat ik oneerbiedig muzak noem, denk ik dat er met de meest basale vormen van geluid – zelfs als het digitale rotzooi is – iets interessants te creëren valt, afhankelijk van de creativiteit van de maker. Alleen zit het hem eerder in de verbindingen die worden gelegd met andere elementen, of dat nou besloten zit in de combinatie van de disciplines of binnen het concept zelf. Ik sluit mij daarin nadrukkelijk aan bij de koers van Steim onder leiding van Rijken. Zij zien in kansen in verbindingen, waarin de rol van ontwerp, technologie en live-performance verbonden wordt met maatschappelijke urgentie, zoals bijvoorbeeld in de zorg.

Feit blijft dat klassieke muziek nog steeds door een grote schare bewonderaars gewaardeerd wordt, inclusief mijzelf. MKM of noise is heden ten dage een gebied waar geluidskunstenaars, componisten en musici nog steeds met een zekere bravoure, al dan niet geslaagd, naar experiment zoeken en uitvoeringen geven, en waar een vracht aan interessant materiaal beschikbaar is. Als dat slechts beschikbaar is voor een extreem select gezelschap, omdat de niches zo naar binnen zijn gekeerd, blijft dat een gemiste kans voor samenwerking tussen MKM en audiovisueel in een bredere maatschappelijke context. In het volgende hoofdstuk zal ik hier expliciet op in gaan. Dat de noten wellicht op zijn* maakt niet uit voor de bruikbaarheid ervan voor experiment binnen ontwerp, en het valt niet uit te sluiten dat ontwerp visa versa zijn vruchten afwerpt binnen de muziek-avantgarde. Juist in de samenwerking kan vernieuwing plaatsvinden.

Onderwijs is uitermate geschikt om verbindingen te leggen tussen de verschillende disciplines, en eigenlijk ook een vorm van een tussenruimte. De open-vorm van oprichter Raaijmakers en Evers, een lijn die Taco Stolk voortzet levert intrinsiek een flexibele attitude naar vernieuwingen waardoor de Interfaculteit zijn focus in de loop der jaren bijstelde en keuzes maakten ten opzichte van maatschappelijke veranderingen. Ook toegepaste opleidingen, waar ik zelf als docent werkzaam ben worden bewust dat deze benadering veel oplevert en is het doodzonde dat grafische opleidingen zich niet meer focussen op het gebruik van muziek en inzien dat egalisering de dood in de pot is. Experiment met MKM is daarvoor heel bruikbaar. Daarvoor bied ik graag mijn opgebouwde kennis aan.

Verbindingen die er al gelegd zijn vinden plaats op de Willem de Kooning Academie, waar de grafische afdeling onder leiding staat van afdelingshoofd Gabrielle Marks, die  mij nu ook uitgenodigd heeft om het experiment tussen ontwerpers en experimentele muziek daadwerkelijk in te zetten, ‘omdat’ zoals ze zei toen we het lesprogramma bespraken, het domweg bij de opvoeding hoort.25 Academie Minerva liet mij de relevantie uitleggen van MKM voor ontwerp en door de open opdracht zochten veel studenten het in alternatieve toepassingen van muziek binnen audiovisueel. Ook Ed van Hinte is, nadat hij een lezing bezocht die ik over dit onderwerp cureerde, op soortgelijke wijze bezig geweest op de Rietveld Academie in Amsterdam. Bij ArtEZ in Arnhem26 liet hij kunstacademiestudenten partituren en instrumenten maken. In mijn onbescheidenheid zie ik dat als winst die mijn eigen tussenruimte creëerde: by spreading the word.
Het begin is gemaakt.

 


Lees verder …

 

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.