Berichten van STEIM

steim

From: Dick Rijken <dick@steim.nl>
Subject: Re: Nooit te laat!
Date: 5 Dec 2016 02:06:17 CET
To: Zsa Zsa Linnemann <zsazsa@studiozenz.nl>

Ha Zsa Zsa,

In deze discussie spelen twee zaken die mijns inziens cruciaal zijn: tijdperk en context.

Tijdperk

Allereerst is het begrip avant-garde onlosmakelijk verbonden met de industriële samenleving. Marx introduceerde de term om aan te geven dat de intellectuele elite een verantwoordelijkheid had om als ‘avant-garde’ voor de troepen uit te lopen en de weg te wijzen, met als uiteindelijk doel om van de elite naar beneden verandering te veroorzaken. En dat is voor een groot deel in de 20e eeuw ook het model geweest voor innovatie, niet alleen in de muziek, maar overal. Labs bevonden zich in het hart van organisaties, vaak met veel geheimzinnigheid omgeven, en zorgden van daaruit vanuit een gepriviligeerde positie (extreem hoog niveau van kennis en/of technologie) voor vernieuwing. STEIM was lange tijd, net als IRCAM of CCARMA, ook zo’n lab. Daar werd uitgevonden en kennis ontwikkeld die door een achterban werd toegepast. Hierbij hoort ook een enigszins lineair model van ontwikkeling en beïnvloeding: blues -> soul -> funk -> disco -> house -> dubstep, of Stravinsky -> Schoenberg -> Stockhausen -> Cage. De vernieuwing was in al deze gevallen voornamelijk inhoudelijk: gericht op noten, klanken of interne structuur van muziek. In tegenstelling tot bijv de beeldende kunst, waarin veel vernieuwing voortkwam uit een sterke gerichtheid op de buitenwereld in de vorm van bijvoorbeeld politiek commentaar, is er met name in de kunstmuziek vooral naar binnen gekeken, naar de noten zelf, naar klank, naar live performance als zodanig. 

Stelselmatig is er in de 20e eeuw geëxperimenteerd met de interne logica van stukken, met iemand als Cage als een soort eindpunt waarin er alleen nog maar stilte of omgevingsgeluid is. Wat hier problematisch aan is, heeft te maken met het feit dat muziek een tijdgebonden kunstvorm is: de luisteraar bevindt zich samen met de aangeboden klanken in het tijdsverloop van die klanken, net als in film of theater. En dat is fundamenteel een andere positie als de beeldende kunst, waarin de kijker zelf kan bepalen hoe of hoe lang er naar een werk gekeken wordt. Veel muzikale experimenten zijn dan ook dramaturgische drama’s: het is voor iedereen behalve de extreem geschoolde luisteraar heel moeilijk om vorm of ontwikkeling te ontdekken in de complexe, soms atonale, texturen van veel modern-klassieke muziek. 

Deze ontwikkeling is een jaar of tien/twintig geleden tot stilstand gekomen—enerzijds doordat in de netwerksamenleving vernieuwing juist niet vanuit kennis of nieuwe inzichten komt, maar vanuit nieuwe verbindingen in de perifierie, en anderzijds doordat in korte tijd zo ongeveer de hele muziekgeschiedenis online beschikbaar kwam, waardoor die lineaire ontwikkeling weinig zinvol meer was. Ik vroeg ooit aan Martijn Padding wat er op de MP3 spelers van zijn studenten stond, en zijn antwoord was ‘alles’. Mijn stelling is dat we om deze redenen in de muziek nauwelijks nog vernieuwing zien, maar vooral verdieping en verbinding (nieuwe combinaties van bestaande genres). 

Avant-garde is dus een irrelevant proces geworden dat niet meer past bij de netwerksamenleving en avant-garde muziek klinkt eigenlijk ook al decennia lang ongeveer hetzelfde. Het duidt meer op de naam van een genre dan op een kermerk van de muziek, net als ‘blues’ of ‘disco’ of ‘dixieland’. Avant-garde muziek is natuurlijk meer dan veel andere genres gericht op het spelen met de fundamenten van klank of harmonie, en is daarom populairder bij professionals dan bijvoorbeeld dixieland, maar daardoor staat het ook vaak verder af van de dagelijkse muzikale wereld van de luisteraar, als die zelf geen maker is. Dus het is niet meer vernieuwend (dat was lange tijd de reden voor profs om het interessant te vinden), en het is nog steeds niet erg ‘toegankelijk’ (dat is vaak een deal breaker voor een groter publiek). Dat is, op zijn zachtst gezegd, een lastige positie.

STEIM is al lang geen avant-garde lab meer in de oorspronkelijke betekenis van het woord. Ook bij ons komt vernieuwing veel meer voort uit het verbinden dan uit het zelf uitvinden: door het samenkomen van mensen en netwerken rondom Steim—daar bevindt zich vele malen meer kennis en creativiteit dan ooit binnen de muren van een instelling mogelijk is. Ik noem Steim daarom al enkele jaren een ‘netwerklab’. Inhoudelijk is het armoe troef: het experimenteren met de fundamenten van klank, van geluid tot muziek tot noise, levert zelden of nooit iets op dat we nog nooit eerder gehoord hebben. En ook binnen de modern-klassieke kunstmuziek wordt er wel gezegd dat ‘de noten op zijn’. Verder naar binnen kijken, heeft dus weinig zin, maar we moeten, net als elders in de netwerksamenleving, naar buiten kijken: naar verbindingen met andere disciplines, met fysieke ruimte, met nieuwe technologie, en daarmee komen we uit op het tweede punt:

Context

De twee dominante contexten binnen de muziek zijn 1. het optreden in een zaal en 2. de opname via een luidspreker of koptelefoon. Beide forceren een gerichtheid op de muziek zelf en het is dan ook om die reden dat we hier zo weinig vernieuwing zien. Daarom verschuif binnen Steim de laatste jaren de focus van live performance naar geluidskunst. Daarin is de (fysieke) context van geluid of muziek vaker wel dan niet een integraal aspect van het werk zelf. En dan wordt het een stuk makkelijker om verbindingen te gebruiken voor vernieuwing: van installaties die specifiek gemaakt zijn voor een ruimte tot nieuwe toepassingen van muzikaliteit in de zorg.

Je eigen voorbeeld illustreert dit ook: binnen de AV wereld heeft muziek een rol die anders is dan op een podium of in een beluisterde opname. Bij film bijvoorbeeld is er in de loop der jaren heel veel gebruik gemaakt van avant-garde muziek. Stukken die door mensen met afschuw als ‘niet muzikaal’ worden betiteld, worden even zo makkelijk WEL geaccepteerd als ze onderdeel zijn van de soundtracks van films of AV producties. Dat heeft alles te maken met het feit dat er in die contexten andere (of minder vastomlijnde) verwachtingen zijn over wat muziek is of zou moeten zijn. Maar daarmee is er dus wel sprake van een veel grotere toegankelijkheid, voor zowel profs als voor luisteraars. Muziek of geluid als onderdeel van een installatie die voornamelijk gericht is op beleving, wordt over het algemeen vrij vanzelfsprekend geaccepteerd als onderdeel van die installatie en dus ook op eigen merites beoordeeld. 

Bij Steim zien we geluidskunst en allerlei nieuwe toepassingen van geluid of muziek in andere domeinen van de samenleving dan ook als interessanter dan het maar verder doorzoeken in het kleine uitgekauwde hoekje dat de avant-garde muziek inmiddels is geworden. Let wel, dit is geen waarde-oordeel over de inhoudelijke kwaliteit van veel 20e eeuwse experimenten, maar meer een structureel gegeven: vanuit nieuwe verbindinden en nieuwe contexten is er meer vernieuwing mogelijk dan vanuit verdere verdieping binnen de interne vormentaal van muziek op een podium of een opname.

Ik ben dan ook een groot voorstander van een soort reframing en herschikking van concepten en werkwijzen binnen de kunsten. Design is eigenlijk niet langer toegepaste kunst, maar andersom: kunst is het fundamentele onderzoek van de designwereld. Ik denk dat het op deze manier ook makkelijker is om ‘artistiek onderzoek’ aan de samenleving te ‘verkopen’ en dat we ook een punt kunnen zetten achter het potsierlijke idee dat alle kunst voor een groot publiek toegankelijk zou moeten zijn. Design is er voor het grote publiek, maar voor goed design is het belangrijk dat er op fundamenteel niveau geëxperimenteerd wordt door en voor professionals. Ik noem dat liever niet ‘kunst’, maar ‘artistiek onderzoek’.

Ik heb twee documenten bijgevoegd die in deze lijn van denken zitten: een essay dat ik schreef voor het jaarverslag van het stimuleringsfonds voor de creatieve industrie van 2014, en een nieuw plan van Steim voor het ontwikkelen van een permanente expo-plek voor geluidskunst. Ook heb ik een paar jaar geleden een lezing gegeven over deze kwesties op TodaysArt. Die kun je online bekijken: https://www.youtube.com/watch?v=-HcVcPiRz50

Komende week zit redelijk vol, maar ik zou dinsdag wel bij Steim kunnen afspreken, of donderdag in de middag. Maandag zit ik trouwens in Den Haag, en zou aan het einde van de middag op de Haagse Hogeschool kunnen afspreken (dat is naast station Den Haag HS). 

Zit daar wat tussen?

Groeten—Dick

Meegezonden
steim-tone-v5-copy
dr-essay-uit-jaarverslag 2014_stimuleringsfonds_creatieve_industrie

On 04 Dec 2016, at 21:55 , Zsa Zsa Linnemann <zsazsa@studiozenz.nl> wrote:

Ha Dick,

Wat goed van je te horen. Ik zag je antwoord over het hoofd. We negeren de berichten via LinkedIn natuurlijk zoveel mogelijk. 😉 Vooral als we andere dingen aan ons hoofd hebben en Menno had geen mailadres van je.

Ja, ik zou je graag willen spreken over hoe jullie staan tegenover avant-gardemuziek. Ik heb een fascinatie ervoor opgevat door mijn master en deed eerder een deeltijdstudie conservatorium. Daardoor kreeg ik een soort zorg over de versplinterde niche, die zo ontzettend klein is maar ook veel enthousiaste geluidskunstenaars en componisten werkzaam zijn.

Verder constateer ik dat bij grafisch ontwerp binnen audiovisuele toepassingen razend veel formats gebruikt worden en er maar weinigen gebruik maken van de muziek-avantgarde, terwijl dat zo’n geweldige PR zou zijn.

Ik ben benieuwd of je die mening deelt en of en hoe jullie daar een rol in zien. Ik heb het over een interview, maar dat zou betekenen dat ik een set vragen klaar heb liggen. Het zal eerder een soort gesprek worden waarin ik probeer in kaart te brengen wat voor standpunt STEIM inneemt.

Ik zit midden in het schrijven van mijn thesis en heb best wel haast. Volgende week ergens?

groetjes,

Zsa Zsa

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.