Belang/betekenis
De discipline waar het hier om gaat is in eerste instantie de grafische vormgeving binnen het audiovisuele domein. Vormgevers hoeven voortaan niet meer naar ‘muzak’ te grijpen als ze hun ontwerpen willen voorzien van geluid of muziek. Als ze gebruik maken van MKM kan dat leiden tot een veel gevarieerder aanbod en tot spannender ontwerpen.
Waar bezoekers de musea platlopen voor abstract-expressionisten zoals Rothko, de kunstenaars van de Zero-groep of Marlene Dumas, lijkt modern klassieke- of eigentijdse muziek (ook wel ‘noise’ genoemd) zich op een andere planeet te bevinden. Mijn pleidooi is in eerste instantie de ontwerpindustrie binnen het audiovisuele domein te voeden met experiment, aan de hand van de uiterst creatieve discipline die avant-gardemuziek is en was, en ontwerp vice versa de mogelijkheid te bieden avant-gardemuziek te inspireren om de kleine niches open te breken.
Grafische toepassingen binnen audiovisueel lijken hiervoor heel geschikt, omdat die ontworpen en geconsumeerd worden voor en door de massa. Jammer genoeg maken juist deze toepassingen vaak gebruik van kant-en-klare ‘formats’ – een klinkende boodschap, in combinatie met makkelijk in het gehoor liggende mainstream-muziek, beschikbaar gesteld middels daarvoor opgezette databases. Het ziet er naar uit dat we de taak van de grafisch ontwerper – effectieve communicatie – soms wel erg ver doorgevoerd hebben; dit heeft geleid tot een aantal formules, waarvan de ontwerper als maker maar ook als consument weet dat zij werken. Total Design (afb. 25) heeft ons dat goed voorgedaan, maar het is lang geleden dat ik een indringende boodschap als die van Anton Beeke (afb. 26) langs heb zien komen.
Boodschappen waarvan je zou denken dat ze een minder commerciële insteek zouden (moeten) hebben grijpen ook vaak terug naar deze formules, commercie is inmiddels overal. Sinds het subsidiebeleid in 2011 omviel nemen musea voor hedendaagse kunst minder risico’s dan voorheen, hetgeen ten koste is gegaan van de experimenteerdrift in wat er wordt gebracht en hoe het wordt gebracht. Ook zij bedienen zich inmiddels van gepolijste reclameboodschappen om hun producten aan de man te brengen. Het maakt voor je beleving niets meer uit of je een website voor je neus hebt van het Stedelijk Museum, de Bijenkorf, Zeeman, FaceBook of SoundCloud. Wat dat betreft zouden grafische toepassingen binnen de media wel een boost kunnen gebruiken.
Meerwaarde voor componisten
Door de toenemende theoretisering van de modern-klassieke muziek is dit genre vanaf het begin van de vorige eeuw slechts toegankelijk geweest voor een steeds kleinere groep ingewijden. Tot het begin van de twintigste eeuw lijken er veel parallellen te lopen tussen klassieke muziek en beeldende kunst, en tot halverwege de twintigste eeuw vinden deze twee disciplines elkaar van tijd tot tijd nog in samenwerkingen. Daarna lijken de disciplines elkaar meer en meer uit het oog te verliezen. Om in die lacune te voorzien heb ik de tussenruimte bedacht, die wat mij betreft synoniem is voor samenwerking door middel van experiment, interactie, inspiratie, debat en overleg.
In een verkennend gesprek vertelde componist David Dramm me waarom hij zich interesseert voor visueel ontwerpers: Ontwerpers grijpen makkelijker naar muziek om hun werk te ondersteunen of om erdoor geïnspireerd te raken, componisten leven meer op een eiland en zullen niet snel een visueel beeld als aanleiding voor een compositie nemen. David was vooral benieuwd hoe ontwerpers nadenken over tijd: ‘Ik denk dat ontwerpers misschien iets van muziek/componisten kunnen leren als het over tijd gaat’. Bij muziek manifesteert dit zich in de vorm van een tijdlijn, ingedeeld in maten en maatsoorten. Dit leek me een interessante uitgangspositie en ik was benieuwd of ontwerpers dit op voorhand zouden oppakken.