Inleiding
Veelvuldig concertbezoek binnen de muziekavant-garde en de gesprekken met musici die ik voerde hebben me inzichten opgeleverd, waardoor de onderzoeksvraag aangepast is. Het formuleren en specifiek maken van de Tussenruimte* is mede richtinggevend voor dit artikel, net zoals het verschoven perspectief van een van mijn doelen.
De onderzoeksvraag: Wat is de waarde van eigentijdse- of modern-klassieke muziek of noise voor grafisch ontwerp binnen de uitdijende (massa)media? is veranderd in: Welke Tussenruimtes kan ik ontwerpen zodat de avant-gardemuziek een meerwaarde kan opleveren voor grafisch ontwerp binnen de uitdijende (massa)media?*
Naarmate het onderzoek vorderde werd ik me ervan bewust dat de terminologie modern-klassieke muziek te specifiek en achterhaald was, alhoewel bijvoorbeeld de crossmediale opleiding de Interfaculteit in Den Haag nog steeds gestoeld is op het gedachtegoed van Schönberg, Boulez, Xenakis, Varèse1 e.a. Het afgelopen jaar heb ik namelijk ook heel veel musici geluiden en muziek horen en zien produceren die losgezongen zijn van dit genre. Avant-gardemuziek kan gebaseerd zijn op de traditie van modern-klassieke muziek, maar ook jazz-, rock- en punkinvloeden omvatten, terwijl de term daarnaast naar noise of ruis kan verwijzen.
Een van de doelstellingen, zoals ik in mijn eerdere artikel uiteenzette2, was om modern-klassieke muziek of noise uit zijn naar binnen gerichte isolement te halen. Mijn aanname is nog steeds dat grafisch ontwerp daar een uitstekende methode voor kan zijn en dat deze ambitie gewettigd is, maar het is de vraag of de muziek-avantgarde hierop zit te wachten, gezien het feit dat een kleine niche ook bescherming biedt aan de vrijheid van creativiteit en het experiment, zeker als die niche op zichzelf goed functioneert.
Mijn pleidooi om de ontwerpindustrie te voeden met experiment, aan de hand van de uiterst creatieve discipline die avant-gardemuziek is en was, en om ontwerp vice versa de mogelijkheid te bieden avant-gardemuziek te inspireren, blijft staan als een huis. Zeker gezien het feit dat de muziekniche dit laatste zelf al lang ontdekt heeft en dat uitwisseling van elkaars expertises voor beide partijen een meerwaarde kan zijn. Daarvoor had ik, bij gebrek aan een betere term, de ‘Tussenruimte‘ geïntroduceerd; bij deze wil ik die liever omdopen tot ‘Stretching Disciplines’. Voor een uitgebreide uitleg en beschrijving van de term Tussenruimte verwijs ik naar mijn artikel Show me your music2. Ik heb de afgelopen maanden heel wat ruimtes bezocht, tussenruimtes zo je wilt, al waren deze vrijwel allemaal naar binnen gericht.
|
Premium Beat levert een dienst die de gebruiker zelf de mogelijkheid geeft even wat fragmenten aan elkaar te monteren en zijn producten afficheert met zinssneden als‘Building with a pulsing electric guitar introduction that leads to a bright Dance groove, featuring anthemic hand claps and an inspirational synth melody that creates a moodof pride.3‘ |
Context en relevantie
Dat avant-gardemuziek een goede inspiratiebron kan zijn voor experimenteel ontwerp binnen audiovisueel is evident en kent een lange traditie binnen (animatie)film, dans en theater. Dat hedendaagse audiovisuele producten op zijn best ondersteund worden door speciaal daarvoor gemaakte tunes, gecomponeerd door een componist die elektronische samples softwarematig aan elkaar breidt, of door elektronische easy listening of dance afkomstig uit de vele muziekdatabases, zoals Premium Beat3, levert voornamelijk een soort feelgood-, feelcalm-, feelspirit-tunes op, waarvan het belang hoofdzakelijk lijkt te zijn ons consumptiegedrag op peil te houden. Dat grafisch ontwerp sinds zijn oorsprong voornamelijk is ingezet om de verkoop van producten te stimuleren, en zich in die zin richt op de massa, is op zichzelf niets nieuws. Maar om een paar typisch modernistische voorbeelden te noemen, zoals Bauhaus, de Stijl of linksgeoriënteerde constructivisten als Piet Zwart, of postmodernistische voorbeelden als Stephan Sägmeister en natuurlijk de Punk2 – deze hebben toch laten zien dat experiment goed ontwerp èn een nieuw elan bij ontwerp teweeg kan brengen.
De eerste, en wat mij betreft misschien wel de belangrijkste vorm van een tussenruimte is een database, of een blog, of een website met experimentele muziek en ontwerp die voortdurend in ontwikkeling is, maar ook historische ontwikkelingen laat zien, die vooruit kijkt en inspiratie haalt uit het aanbod. Een onderzoeks- en ontmoetingsplek waar de verschillende disciplines en niches elkaar weten te vinden en waar samenwerkingen zichtbaar worden gemaakt en aangegaan.
Omdat, zoals ik in een eerder artikel2 al constateerde, avant-gardemusici zich de afgelopen decennia voor het merendeel in hun eigen omgeving hebben teruggetrokken, heb ik het afgelopen half jaar vooral geprobeerd in contact te komen met deze groep musici die je in veel gevallen voor hetzelfde geld muziekkunstenaars of -ontwerpers kunt noemen. Aanvankelijk hield ik er rekening mee dat dit nogal stroef zou kunnen verlopen en had ik me voorgenomen om, indien nodig, me in mijn onderzoek vooral te richten op grafisch ontwerpers binnen audiovisueel, omdat ik vanuit mijn eigen achtergrond bekend ben met deze beroepsgroep. Naarmate ik echter meer inzicht kreeg in de huidige muziekavant-garde bleek deze ontoegankelijkheid gedeeltelijk schijn.Vermoedelijk is het niet in de laatste plaats een instinctief beschermingsmechanisme, dat de al dan niet zelfgekozen biotoop waarin de kunstenaars goed gedijen, afschermt. Opvallend was dat uit de diverse gesprekken die ik voerde bleek, dat er niet zoiets is als één scene, maar dat er een aantal kleintjes zijn die zich niet zo makkelijk laten opsporen. Op mijn ontdekkingstocht kwam ik een aantal initiatieven tegen die je onder de noemer tussenruimtes, zoals ik die zelf eerder geformuleerd heb als een soort onderzoeks- en samenwerkingsplek, zou kunnen plaatsen. Het feit dat deze plekken niet zo makkelijk vindbaar zijn pleit opnieuw voor een gedeelde plek zoals een website, en een podium of een club.
Unsound en De Player
Exemplarisch is het voorbeeld waarbij de grondleggers van de twee avant-gardeplatenlabels die gehuisvest zijn in de twee grootste steden van Nederland, Unsound uit Amsterdam en De Player uit Rotterdam, bij navraag geen kennis hadden van elkaars bestaan. De Player wordt gerund door (performance)kunstenaar Peter Fengler en zijn team, waaronder ontwerper Koos Siep, en Unsound bestaat uit componist en geluidskunstenaar Yannis Kyriakides, ontwerper en visueel kunstenaar Isabelle Vigier en gitarist Andy Moor. Beide labels brengen avant-gardemuziek en noise aan de man, waarbij De Player zich naar het laat aanzien wat ruiger profileert met voornamelijk hardcore noisemusici en met een maatschappelijke connotatie waardoor het label het ook goed doet bij de subsidiegevers, terwijl Unsound zich manifesteert met een aanbod dat op mij wat poëtischer en literairder overkomt en daardoor misschien wat toegankelijker is. Dat laatste is niet zo vreemd wanneer je weet dat het MAZE-ensemble, waar ook Vigier en Kyriakides deel van uit maken, door fluitiste Anne la Berge gekoppeld is aan Unsound en daarmee een niet onbelangrijke link heeft met het Amsterdamse Splendor, de club die een interessante mix van avant-garde pop en eigentijdse en modern-klassieke muziek op zijn podia brengt, maar ook een zekere laagdrempeligheid zoekt. Hun intentie is verschillende soorten publiek te laten mengen. Desondanks bevond ik me op het Maze-festival temidden van een uitgelezen publiek.
Anders gezegd: we hebben hier te maken met een afgesloten, maar geheid netwerk. Beide labels hebben hun eigen artiesten in huis, die tegelijkertijd de kleine doelgroep vertegenwoordigen, elkaar allemaal kennen, en elkaars concerten en manifestaties bezoeken. Bij zowel De Player als Unsound maken visuele vormgevers deel uit van het team, en bij navraag beschouwen ze hun visuele input essentieel voor de manier waarop de artiesten zich manifesteren. Wat verder aan hun aanbod en manifestaties opvalt is dat ze er op los experimenteren en de grenzen opzoeken van de crossmediale mogelijkheden. De Player speelt met de vorm van wat vinyl (LP’s singles e.d.) kan zijn door het te beschilderen, erin te zagen of het domweg van een ander materiaal te laten zijn, dat toch op een draaitafel – al dan niet met een meegeleverde magneetstandaard –afgespeeld kan worden, of door de verpakking multifunctioneel te maken, bijv. een pizzadoos die deel uitmaakt van een serie die tezamen een partituur vormen. Unsound lijkt daarentegen eerder een toegankelijkheid na te streven waarvan ik me kan voorstellen dat die het ook goed doet bij een mainstream publiek; zo is er een gezelschapspel op de markt gebracht waarmee (amateur)musici door middel van steekwoorden instructies krijgen om tot een improvisatie te komen.
De ontwerpen van De Player zijn zo nadrukkelijk dat ze bijna dwingend zijn.
Ze lijken soms van een andere wereld te komen.
Opvallend is de wat klassiekere hand van Vigier. Over Shackle zegt ze: ‘Shackle (Anne La Berge on flute and electronics and Robert van Heumen on laptop-instrument) have designed a digital cueing system suggesting sonic choices to play with and against in their improvised performances. On the basis of their system, I developed the Shackle card game, which is a playful, accessible, adaptation of the concept allowing anyone to try it out. The music is released on an USB stick’.4
De Tussenruimte en de doelgroep
Zowel De Player als Unsound, maar ook plekken als Splendor, Steim of de Interfaculteit, zijn dus prachtige voorbeelden van tussenruimtes, waar ik eerder aan refereerde in mijn artikel ‘Show me your music‘, en waar ik hevig voor pleit: plekken waar musici en ontwerpers elkaar ontmoeten, met elkaar samenwerken, crossmediaalonderzoek doen en discipline-overstijgend experimenteren, en zich kunnen manifesteren. Opmerkelijk was het om te zien en horen hoe de grondleggers de touwtjes in handen hebben en met hun visie precies weten waar ze naar toe willen; het zijn professionals met een breed perpectief die met hun relatief kleine netwerk tot bijzondere producten komen en hun visie goed aan hun peers weten over te dragen. Daarom is het opmerkelijk en jammer dat ze geen weet hebben van elkaar en daarin vermoedelijk niet op zichzelf staan. Tenslotte zou je willen dat ze hun mogelijkheden kunnen uitwisselen en tezamen een grotere doelgroep kunnen bereiken, en daarmee draagvlak voor hun experiment kunnen creëren, zodat ze het experiment niet voor zichzelf houden, maar ook – wat ik hier oneerbiedig de formatverslingerde audiovisuele ontwerper noem – weten aan te spreken, wanneer het gaat om creatief gebruik van anderssoortig geluid of avant-gardemuziek.
Stretching Disciplines als Hidden Design en Conversation Piece
Mijn intuïtie vertelt me dat de niche dmv Stretching Disciplines op een organische manier zichtbaarder kan worden, door een interessant aanbod te hebben en goede proposities te doen. Ik ben erop teruggekomen om de niche expliciet uit de niche te willen halen, een wat aanmatigend standpunt, wanneer je de geschiedenis beschouwt; als gesprekspartner bewerkstellig je daarmee vooral afstand. Liever doe ik het nu genuanceerder. In die zin is Stretching Disciplines een vorm van hidden design5.
Want door de concerten, manifestaties en tentoonstellingen die ik heb bezocht in Splendor, de Kunstkapel, Eye en het Stedelijk Museum (Sonic Acts) in Amsterdam, op Art Rotterdam en bij de Dutch Designbeurs in Eindhoven, me rekenschap gevend van de hierboven beschreven gedrevenheid van avant-gardemuzieklabels en die van geluidskunstenaars als Gert-Jan Prins, fluitiste Anne la Berge en componist Yannis Kyriakides, en hun inbreng op grafisch- of visueel gebied6, lijkt het me een gerechtvaardigde vraag of avant-gardemusici zelf wel zo graag uit hun niche getrokken willen worden. Die niche betekent namelijk onafhankelijkheid en vrijheid. Ik hoef alleen maar aan het kunstklimaat begin jaren negentig van de vorige eeuw te denken. Grafisch ontwerp werd door zijn toegepaste karakter door mijn kunstbroeders als kunstvorm nauwelijks serieus genomen, laat staan dat ze ermee geassocieerd wensten te worden, ook al is het discours binnen de beeldende kunsten onder invloed van de computer- en internetrevolutie sindsdien substantieel veranderd. Max Bruinsma adviseerde in het kunstmagazine Metropolis M in 2000 kunstenaars al om open te staan voor de kennis die de ontwerpwereld biedt7.
Laten we niet vergeten dat modern-klassieke en eigentijdse muziek traditioneel al veel langer in een isolement zit. Waar De Stijl en Bauhaus zich door hun modernistische idealen juist naar hun publiek toewendden8 (Alston W. Purvis e.a.), iedere zichzelf respecterende ontwerper in de musea Duchamp, Jackson Pollock en Damien Hirst bewondert of er een mening over heeft, en Mallarmé en Malevich tot onderwijsstof van de kunstacademies en grafische opleidingen behoren, zo viel het doek in de eigentijdse muziek toch eigenlijk al bij Schönberg en Stockhausen. Want wie luistert, naast een handjevol liefhebbers, daar nou helemaal naar? Antheil, John Cage, Xenakis of Varèse zijn grote namen, maar nauwelijks bekend bij een groter publiek. Zoals Alex Ross in zijn fabuleuze boek The rest is noise9 beschrijft, mochten Mahler en Wagner zich nog verheugen op bomvolle zalen en veroorzaakte Stravinsky met zijn Sacre du Printemps, geschreven voor een ballet, een heuse rel in Parijs, hoewel het woeste publiek het een jaar later prachtig vond. Maar ondanks het feit dat Schönberg zijn gedachtegoed deelde met Kandinsky en le Corbusier samenwerkte met Varèse en Xenakis, verloren beide disciplines elkaar op enkele uitzonderingen na uit het oog. Schönberg en Stravinsky vertrokken onder druk van het Duits Nationalisme naar Amerika en wilden dolgraag filmmuziek schrijven voor Hollywood, maar zoals Aaron Copland, bekend om zijn Fanfare, het al in 1940 formuleerde: Degene die staat op volledige zelfexpressie kan beter thuis blijven en symfonieën gaan schrijven. Vroege filmmuziek had een puur illustratieve functie die door de componisten ‘Micky-Mousing’ werd genoemd.9 Leuk is om in deze context te weten dat Coplands Fanfare later door popgroep Queen gebruikt is. Dus als we van filmmuziek willen leren mogen we deze geschiedenis niet vergeten te benoemen, te onderzoeken en kritisch te benaderen.
Door onverwacht, maar relevant aanbod van samenwerkingen en mogelijkheden aan te bieden wil je dat het tot een conversation piece10 komt. Wanneer je de talk of the town wordt, misschien zelfs door verwarring te stichten, dan is er iets goeds gebeurd. We kunnen ons optrekken aan Stravinsky! Zijn ballet is nog steeds ontzettend modern. Als je dat ziet, weet je bij wijze van spreken waar hedendaags choreografe Krisztina de Châtel, die (nog steeds) volle zalen trekt, de mosterd vandaan haalt. Wat een leerschool.
https://youtu.be/dVPIkvHKRB8?t=4m
Malevich?, Utter, Particles en Oneiricon
Onderstaande voorbeelden geven niet alleen aan dat beeld helpt om geluid te begrijpen en andersom, maar tonen daarnaast aan dat door visualisatie componisten/musici zich tegenwoordig vaak ontwikkelen tot crossmediale kunstenaars.
Gert-Jan Prins begon ooit als jazz-slagwerker, ontwikkelde zich tot noisecomponist en geluidskunstenaar die installaties maakt, waarbij visualisatie een belangrijke rol speelt voor de beleving van zijn geluid. Een doos met ruis is niet alleen maar een doos met ruis. De ruimtes geven een gelaagdheid en een ingang aan zijn werk, en voorzien het van betekenis: ontvangen, zenden, uitsluiten, ruimte, fysieke ruis, zwarte ruis (als het zwarte vierkant van Malevich?), bakens, antennes, signalen. Zijn visualisaties vermenselijken als het ware de abstracte ruis.
Anne la Berge kende ik tot voor kort als een buitengewoon eigenzinnige fluitiste, waarvan me ooit was verteld dat ze de beste fluitiste van Amerika was, maar waarvan ik de geluiden die ze produceerde niet kon plaatsen. Haar werk Utter11 bestaat uit een zorgvuldig opgemaakte webpagina met noise, foto’s en tekst, die samen een soort verhaal of gedicht vormen. Door dit werk krijg ik vat op haar vocabulaire en beginnen de geluiden die ik wel herken uit haar performances betekenis te krijgen. Yannis Kyriakides hoorde ik voor het eerst als een componist waar Joost Rekveld mee samenwerkte; hij heeft het geluid gemaakt van het prachtige 43#312 (Nog een leuke vergelijking zien tussen een gladde uitvoering van Particles en een groovy one? Klik dan hier.). Maar als je tijdens het Maze-festival ziet hoe Kyriakides grafisch ontwerp inzet voor de interactieve partituren voor tablets van Oneiricon13, die overigens binnenkort gratis te verkrijgen zijn bij de App Store(!!), dan kun je alleen maar concluderen dat dit een rechtstreekse verrijking is van zijn vocabulaire om zijn muziek extra literaire en visuele meerwaarde mee te geven.
Zoals ik Punk en de Warhol Factory eerder benoemde als succesvolle voorbeelden van tussenruimtes, zo is het werk van Christian Marclay de belichaming van een succesvol resultaat. Ik trof zijn werk Pub Crawl aan in de tentoonstelling Les Rencontres d’Arles de la Photographie 2016, in Arles (Frankrijk)14. Voorlopig is het voor mij een icoon voor de Stretching Disciplines zoals ik die voor ogen heb; het voelde als een trofee toen ik dit werk tegenkwam. Je zou het een media-ontwerpcompositie kunnen noemen, omdat het aan de hand van bewegende beelden die hij zelf opnam met geluid tot een vorm van straatmuziek komt. Marclay verteld in een ego-documentaire hoe de punk hem inspireerde om volledig ongehinderd door conventies of beperkingen met alle media om te gaan.
Ik ben geïnteresseerd in geluiden die mensen niet willen. Wanneer wij platen afspelen dan willen we niet het kraken en klikken van de krassen horen, … maar dat zijn de geluiden die ik in mijn muziek wil gebruiken. … Punkrock was voor mij bevrijdend, het stond me toe om muziek te maken zonder het gestudeerd te hebben.15
Vormen van de Stretching Disciplines
Tussenruimtes zijn te bedenken in alle vormen en maten. Via labels, exposities, websites, blogs, sociale media, lezingen en in het onderwijs. Voorlichting, samenwerkingen en onderzoek. Waar het om gaat is duidelijk te weten waar je naartoe wilt, zonder het experiment te schuwen. Ik heb lezingen op kunstscholen, die van anderen of van mijzelf, beschouwd als waardevolle manifestaties hiervan. Studenten grafische vormgeving op het Minerva die zich geen raad wisten omdat ze een vastomlijnd kader mistten en na heel veel ploeteren tot werkstukken kwamen die hen na het inleveren van de opdracht tot verder experiment hebben aangezet. Ze hadden iets ontdekt dat hen interesseerde en waar ze mee verder wilden. Of Rietveld-studenten die muziekinstrumenten maakten voor Muziekgebouw aan ’t IJ, en geboeid naar de lezingen van Ed van Hinte en David Dramm zaten te luisteren. De laatste legde de opbouw van een partituur uit, en vertelde wat de kunst van Gordon Matta Clark voor hem betekent. Daar begint het mee: spread the word. Als je niet weet dat het bestaat, hoe kun je je er dan toe leren te verhouden? Hoe kom je erachter dat geluid/muziek de helft van je audiovisuele productie is?
Mozaïek I
Het symposium Grafisch en Muziek voor stichting Print in Zwolle is opnieuw een kans voor Stretching Disciplines. Het is belangrijk om te onderzoeken wat de relaties en mogelijkheden voor uitwisseling tussen avant-gardemuziek en beeld kunnen zijn. In plaats van een lezing te geven ontwerp ik daarom een directe interactie met het publiek dat voornamelijk uit grafisch ontwerpers bestaat. Het publiek componeert met gekleurde borden, waar componist, slagwerker en geluidskunstenaar Gert-Jan Prins op reageert met zijn noise. Ik zie daarbij het beeld voor me – een soort mozaïek – van stadionpubliek dat op die manier vlagt, maar ook afbeeldingen laat zien. Mozaïek heeft de potentie tot een serie uit te groeien; binnen de avant-gardemuziekstromingen zijn genoeg musici en uitvoerders met een eigen gedachtegoed en stijl te vinden, en er zijn net zoveel mogelijkheden om met beeld te experimenteren.
Stretching Disciplines is een plek waar ontwerpers en avant-gardemusici samen experimenteren om om tot nieuwe ontwerp- en muzikale mogelijkheden komen.
Door middel van gekleurde borden (analoge pixels) wordt door het publiek een soort mozaïek gemaakt. Door zo eenvoudig en effectief mogelijk met kleurvlakken, timing en intervallen om te gaan kan er een interactie ontstaan tussen muzikant en publiek.
aantal woorden: 2943
Toets-onderdeel: Onderzoek 3 B (5 EC)
Toetsvorm: Concept eindpublicatie
* Versie 2: Wat is, of kan, de waarde zijn van avant-gardemuziek voor grafisch ontwerp binnen de alsmaar uitdijende (massa)media en wat kan de Tussenruimte hiervoor betekenen?
Bronnenlijst
1 Zsa Zsa Linnemann, 25 jaar interfaculteit – paradiso 27 juni (2015, 2016) http://studiozenz.nl/master/25-jaar-interfaculteit-paradiso-27-juni/
2 Zsa Zsa Linnemann, Show me your music (2016, 2016) http://studiozenz.nl/master/assement-2-show-me-your-music/
3 Reaktor Productions, Premium Beat, Royalty Free Music and SFX, Wings (2016) http://www.premiumbeat.com/royalty_free_music/songs/wings
4 Studio Isabella Vieger, Shackle, (2012, 2016) http://isabellevigier.com/2012/10/30/shackle/
5 Hidden design is een onderzoeksmethodiek ontwikkeld door ontwerpbureau Afdeling Buitengewone Zaken. Voor mee info verwijs ik naar de website: http://afdelingbuitengewonezaken.nl/project/hidden-design
6 Zie voor meer informatie op mijn blog: Anne la Berge en Yannis Kyriakides: http://studiozenz.nl/master/maze-festival/, Yannis Kyriakydes: http://studiozenz.nl/master/joost-rekveld-in-eye-heeft-een-film-een-verhaal-nodig/, Gert-Jan Prins http://studiozenz.nl/master/gert-jan-prins-in-club-solo/
7 Metropolis M, no.1 vol.21 2000, Max Bruinsma, Elke kunstenaar is een ontwerper, Pleidooi voor een ontwerpkritische praktijk
8 Alston W. Purvis Cees de Jong e.a., Nederlands Grafisch Ontwerp van de negentiende eeuw tot nu (Terra, 2009)
9 Alex Ross, The rest is noise p 286 (uitgeverij Picador New York, 2007 )
10 Conversation pieces worden ingezet als onderzoeksmethode waarbij je mensen iets nieuws of ongewoons geeft om over te praten waardoor ze meer binding krijgen met de gever. Dat kan een onderzoeker zijn.
11 Anne La Berge, Utter (2016, 2016) http://unsounds.com/stories/utter/
12 Voor extra info Zsa Zsa Linnemann, Joost Rekveld, particles en de waarde van geluid (2016, 2016) http://studiozenz.nl/master/joost-rekveld-particles-en-de-waarde-van-geluid/, video: Zsa Zsa Linnemann, YouTube, Eye Particles 2, https://www.youtube.com/watch?v=q8kfi4zH2KE
13 Zsa Zsa Linnemann, Maze-festival (2016, 2016) http://studiozenz.nl/master/maze-festival/, beeld: Yannis Kyriakides, Oneiricon (2016, 2016) http://www.kyriakides.com/oneiricon.html
14 Sam Stourdzé e.a., Les Rencontres d’Arles de la Photographie 2016, Street, Street photography revisited, (Grande Halle, 2016)
15 YouTube, Christian Marclay mini documentary, oorspronkelijk gevonden op https://www.youtube.com/watch?v=4yqM3dAqTzs.