De Renaissance van het Boek, Irma Boom

2358d0f4-b149-4514-b19f-4a052ba77cf6_JamesJenniferGeorgina2_Lagen_RGB_preview
Architecturale binding. James, Jennifer, Georgina, 2010.
Foto Gerrit Schreurs

Vrij Nederland, Irma Boom: de vrouw die het boek redt, Sander Pleij,
28 oktober 2014

In een boek bevries je informatie in samengestelde vorm en creëer je een moment van reflectie, waarop je weer verder kunt ontwikkelen. Dat is voor mij de essentie. Als dat het boek is, dan denk ik dat het boek juist nú een meerwaarde heeft. Daarom praat ik over de renaissance van het boek.’

 

 

Het betreft hier een gedeelte van het interview.
Voor de gehele tekst ga naar: http://www.vn.nl/Artikel-Literatuur/Irma-Boom-de-vrouw-die-het-boek-redt.htm

Lustig wordt hier gebouwd aan huis en boeken. Bouwvakkers bikken in stenen, ontwerpers knippen in papier. De architectuur wordt gespiegeld in de boekomslagen. Oude waarheden en geheimen krijgen nieuwe plaatsen in het huis en in haar boeken. Feiten en ficties die stammen van eeuwigheden geleden worden hier gekoesterd en samengebald. Nieuwe boeken worden bedacht, voor de eeuwigheid die voor ons ligt. De oude tradities beheerst Irma Boom al, nu schudt ze stoffige dogma’s af en ontdoet zij het boek van ouderwetse zwemen. Hier zijn boeken geen nostalgie, maar worden ze springlevend het heden in geworpen.

SHV-boek: een staaldruk van haar kunnen. Vijf jaar heeft ze er exclusief aan gewerkt
SHV-boek: een staaldruk van haar kunnen. Vijf jaar heeft ze er exclusief aan gewerkt

 

 

Deze vrouw staat warempel in het digitale tijdperk het boek te redden.

Ze proclameert een renaissance van het boek.

Door die onzin!

Luister even naar haar, zoals ze in de pantry zit, met haar lange donkere haren en haar lange donkere kleren, filterkoffie in de hand. Er zit een toonladder in haar woorden, haar stem reikt van lage serieuze tonen tot zangerig klinkende oplossingen:

‘Juist in deze tijd wordt het boek belangrijk. Er is zóveel op internet, zoveel lossefloddermateriaal. Dat is júíst níét wat een boek is.

In een boek bevries je informatie in samengestelde vorm en creëer je een moment van reflectie, waarop je weer verder kunt ontwikkelen. Dat is voor mij de essentie. Als dat het boek is, dan denk ik dat het boek juist nú een meerwaarde heeft. Daarom praat ik over de renaissance van het boek.’

Maar de boekhandels gaan failliet, de tweedehandsboekenmarkt is verzadigd – wat voor waarde heeft die renaissance?
‘Heel veel waarde. Juist door die onzin! De HEMA of Apple-services die je een boek laten maken van je selfies, dat is nou typisch waar ik niet een boek van zou maken. Dat type beeld zou ik op mijn telefoon houden. Die foto’s hebben de kwaliteit van zo’n apparaat en functioneren zo het best, zonder pretentie. Er moeten ook niet méér, maar juist veel minder en betere boeken gemaakt worden. Ik ben de grootste liefhebber van boeken, maar ik ben ook de grootste vijand van boeken.’

‘Álles heb ik eerst gemaakt. Ik ontwerp door het werken met een model. Tekst en beeld worden erin geplaatst. Met veel snijden en plakken’

En digitale boeken?
‘Ik denk dat de e-reader fantastisch is en dat hij een enorme waarde heeft voor het literaire boek, of voor het woordenboek en de atlas.
Het aantal boekenkasten zal wel kleiner worden. Daar staat straks alleen nog een ander type boek en helaas niet meer die verzameling literaire boeken, boeken die een afspiegeling zijn van de cultuur.’

Jammer?
‘Jammer ook, want ik ben ontwerper geworden door die fantastische omslagen van Jan Vermeulen – de boeken van Jan Wolkers! Toen ik Horrible Tango voor het eerst zag: ik werd gewoon niet goed, zo onder de indruk was ik. Er gaat een cultuur verloren, ook in grafisch opzicht, en denk ook aan papier, het drukken en binden.’ ….

…. ‘Niemand ontwerpt meer een boek in een boek. Ik maak een model dat helemaal in elkaar geplakt is. Álles heb ik eerst gemaakt. Ik ontwikkel een idee niet aan een beeldscherm. Ik ontwerp door het werken met een model. Tekst en beeld worden erin geplaatst. Met veel snijden en plakken. Dat is energierovend, jongere ontwerpers doen dat vast niet meer.

Ik denk dat het maken van boeken verwant is aan architectuur. Dat het het driedimensionale van bouwen heeft. Dat het te maken heeft met gewicht, formaat, schaal, met de verhouding van mens tot boek. En met het omslaan van de pagina’s, dat is een beweging van links naar rechts; de computer kent een andere beweging: van boven naar beneden. Dat is mijn voorsprong.’

Haar betogen eindigen in een brede lach. Ze worden gebracht met een toon die bescheidenheid uitdrukt, die het komisch inzicht bezit dat met zelfrelativering gepaard gaat en waarvoor ze het bewustzijn probeert te verstoppen dat ze een van de beste in haar vak is.

‘Ik werk snel: wat ik denk, dat maak ik. Op Yale zitten studenten altijd te staren voor die beeldschermen en dan zeg ik: kom op! We gaan iets máken! Je moet denken én doen. Als je niet produceert, wordt er niets ontwikkeld. Je móét maken, de hele tijd maar ontwikkelen en weer opzij leggen en weer opnieuw beginnen en opzij leggen. ’s Nachts bedenk ik de beste dingen, maar als ik ze ’s ochtends maak, blijkt pas dat ik er niks aan heb. Daaróm: dat moment van denken en doen, dat moet dírect gebeuren. Als dat te traag is, dan kan ik wild worden, IK KAN ECHT WILD WORDEN! Dan denk ik: dóé het nou! Waar ben je nou bang voor? Mensen zijn zo bang!’

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.