Een tussenruimte is voor mij een plek waar avant-garde componisten/musici en ontwerpers binnen audiovisueel elkaar kunnen ontmoeten en verbindingen aan kunnen gaan ten behoeve van experimenteel ontwerp en om het veld van eigentijdse klassieke muziek of noise meer bekendheid onder een breder publiek te geven. Omdat ikzelf grafisch ontwerper ben, wil ik beginnen bij ontwerpers. Een tussenruimte kan een plek zijn die meerdere gedaantes kan aannemen en op verschillende locaties kan plaatsvinden. Mogelijkheden te over: lesmodules voor grafische opleidingen, eventueel binnen kunstacademies en CMD, lezingen voor grafisch- en audiovisueelontwerpers, communitywebsites, optredens en instanties die zich richten op audiovisueel, grafisch ontwerp en avant-gardemusici.
Juist de diversiteit biedt mogelijkheden voor de vorm en daarmee mijn beroepspraktijk, niet alleen als docent maar juist ook als ontwerper.
‘Show me your music’
Om modern-klassieke of eigentijdse muziek uit de niche te halen wil ik mijn eerste lezing gebruiken om een eerste stap in een ontwerpend onderzoek te zetten, waarbij het tot een ontmoeting moet komen tussen een componist en (grafisch) ontwerpers. Tijdens een eerdere nulmeting voor deze tussenruimte hadden grafisch ontwerpers zich in principe bereidwillig getoond te experimenteren met componisten of musici1. Daarnaast werd duidelijk dat ontwerpers een stuk beter op de hoogte zijn van moderne kunst dan van modern-klassieke of eigentijdse muziek en dat dit genre voor deze branche opengebroken moet worden om de mogelijkheden ervan in kaart te brengen en te delen2.
Wil ik grafisch ontwerp een boost geven dan moet ik inzicht krijgen in de manier waarop componisten denken en werken, en onderzoeken of daarin een overlap te vinden is met de werkwijze van ontwerpers, of dat dit significant verschilt. Het is dus een eerste vorm van een tussenruimte voor experimenteel ontwerp waarbij ik mijn medestudenten wil vragen een partituur te maken naar aanleiding van een playlist. Dat laatste is de eerste stap om erachter te komen hoe ontwerpers reageren op modern-klassieke muziek. Op zichzelf is de vraag alleen al spannend genoeg of mijn collega-studenten – allen ontwerpers – inderdaad zouden willen participeren. Het is een indicatie of de eerdergenoemde bereidwilligheid een terechte conclusie was en of ik in de toekomst kan rekenen op belangstelling van deze doelgroep. Ik realiseer me daarbij terdege dat het een grote vraag is om deze ontwerpers, met hun drukke werk- en studieschema’s, tijd te laten investeren in zo’n opdracht. Ook ik, als grafisch ontwerper – daarnaast ook een voormalig conservatoriumstudent zijnde die bekend is met muzieknotatie – voel me min of meer overgeleverd aan een vreemde taal, waarvan ik niet een, twee, drie kan bedenken hoe een modern stuk klassieke muziek te vangen zal zijn in een door mijzelf bedachte notatie.
Omdat ik eerder met componist David Dramm samenwerkte wist ik dat hij veel affiniteit had met visualiteit. Ik had een website voor hem gemaakt waarvoor hij in de opdrachtomschrijving zijn fascinatie met de typografie van René Knip benadrukte en zijn bewondering voor kunstenaar Gordon Matta Clark. Onze samenwerking resulteerde in een database en showcase van zijn werk annex soundscape. Daarin werd zijn gedachtegoed uitgedrukt d.m.v. (typografische) visualisaties, die een relatie aangingen met zijn muzikale composities: grote orkestrale atonale werken, maar ook stukken met invloeden van punk en rockmuziek. Voor mij genoeg reden om aan te nemen dat hij de juiste persoon zou zijn om ontwerpers in beweging te krijgen.
‘Mozaïek’
Toen Stichting Print me uitnodigde voor een lezing voor het symposium Muziek en Grafisch komende september wist ik direct dat, wilde ik impact maken op het publiek van ontwerpers en musici, met iets bijzonders moest komen3. Daarbij denk ik aan een soort interventie met beeld en geluid. Ik wil het publiek een reactie ontlokken aan de hand van kleurkaarten of gekleurde borden, waarmee ze een interactie kunnen aangaan met muziek of het geluid dat ze horen. Voor dat laatste hoop ik live een musicus, het liefst een goede improvisator, in te kunnen zetten. Ik zie daarbij het beeld voor me – een soort mozaïek – van stadionpubliek dat op die manier vlagt, maar ook afbeeldingen van bloemen etc laat zien. De Koreanen zijn er subliem in: https://www.youtube.com/watch?v=0kmxTy5L7Rc, alhoewel daarbij het publiek natuurlijk niet vrijwillig ingezet wordt. Het idee is dat daar vervolgens met muziek weer op gereageerd wordt en dat je het beeld onmiddellijk terugziet ziet via de beamer, zodat het resultaat gelijk kan worden ervaren. Idealiter reageer ik live op het beeld dmv van kleur en vorm, waarop de musicus improviseert. Gert-Jan Prins zou voor deze klus heel geschikt zijn omdat hij een meesterlijke (slagwerker)improvisator en componist is en zelf ook samenwerkingen aangaat om tot grafische visualisaties te komen.
Op deze manier hoop ik de impact op beeld te kunnen laten zien van muziek die vaak ondergaan wordt als piepknor, daarbij gebruikmakend van het feit dat mensen blijkbaar moeiteloos naar Stockhausen luisteren als ze naar een spannende film kijken4.
(784 woorden)
door: Zsa Zsa Linnemann
Toets-onderdeel: Vrije Keuzeruimte 1 (2 EC)
Toetsvorm: Programma deelnemer (dagdeel) en verslag keuzeonderdeel (max 800 woorden)
Onderdeel: Programma deelnemer (De student organiseert en modereert een relevant programma met gastspreker)
1, 2 zie hiervoor mijn blogpost Reflectie n.a.v. zomer pressure cooker prototyping, Hidden Design onder de kopjes Inzichten, Bevindingen/leermomenten, Getoetste aanname en Nut voor het onderzoek: http://studiozenz.nl/master/reflectie-n-a-v-zomer-pressure-cooker/.
3 Symposium ‘Grafisch & Muziek’, Paulina de Nijs (2016, 2016), http://stichtingprint.nl/agenda/symposium-grafisch-muziek/
4 Alex Ross, The rest is Noise, Epilogue, p.589 (uitgeverij Picador New York, 2007 )