Zoals mijn zoon Mattis (15) een paar dagen geleden nog zei toen hij een bedrijf belde, in de wacht werd gezet en hij geen muzak hoorde: ‘hé, geen wachtmuziekje. Ik wil een wachtmuziekje’. Toen meende ik te begrijpen dat wachtmuziekjes camp geworden was, wellicht een mode onder jongeren.
Muziekcycli zouden de bedrijvigheid van werknemers op de werkvloer stimuleren, in de lift zou men minder bang zijn en in winkels lopen mensen langzamer waardoor ze minder kopen. Muziekwetenschapper Maleiko Sadakata, verbonden aan de UVA legt uit dat het rommelig onderzoeksterrein is. Mensen reageren uiteenlopend op muziek en het is afhankelijk van bijvoorbeeld het type werk. Mensen voeren cognitieve taken slechter uit als ze muziek luisteren, vooral bij muziek met tekst. Eind jaren zestig, begin jaren zeventig werd Muzak een scheldwoord omdat muziek synoniem werd voor vrije expressie en moest achtergrondmuziek zichzelf opnieuw uitvinden. Het resultaat is een winkelstraat met een kakafonie van allerlei muziekgenres en bedrijven die zich specialiseren in het kiezen van een genre bij een product: Bij het uitzoeken vcan een hippe spijkerbroek wil je geen René Froger horen.
Brian Eno liet zich door muzak inspireren tot zijn elpee Ambient 1. Het moet interessant zijn maar ook te negeren zijn.
https://www.youtube.com/watch?v=5KGMo9yOaSU
bron: De Volkskrant, 25 september
samenvatting: Zsa Zsa Linnemann
Met dank aan Gerard Jan.