Welke vragen kun je stellen aan de participanten die gerelateerd zijn aan de onderzoeksvraag? Participanten zijn beeldend kunstenaars, ontwerpers en gebruikers. Mijn fascinatie/betrokkenheid komt voort uit een bezorgdheid over het verlies van eigenheid en eigenwijsheid in het ontwerpproces maar ook over het feit dat beeldend kunstenaars moeten voldoen aan een marktwaarde om gezien te worden. Impliciet betekent dit dat de consument bepaald wat gezien wordt en wat niet. Wat is het gevolg ervan voor de maatschappij en wat gebeurt er met het autonome denken? Vindt dat een nieuwe vorm?
Nav Fricties Ficties Functies – Gastles Moniek Driesse 20 -03-’15
– Moniek Driesse zoekt/vindt inspiratie binnen de eigen context van vrienden, persoonlijke interessen, en uitdrukkelijk niet vanuit ‘de ivoren toren van de ontwerper’ alhoewel ze al ontwerpende in haar projecten wel die helikopterview inneemt. Ze noemt het begrip INTER-ESSE om aan te geven dat ze zich tussen de ‘disciplines in beweegt’, daarbij refererend aan haar opleidingen als research-based design in arts en architectuur: ‘Als ontwerper heb je altijd weer nieuwe kennis nodig‘. (Ik kan het niet nalaten om te denken dat we veel gemeen hebben.)
Beelden van vrijende mensen in de publieke ruimte is de introductie op De Subjectieve Atlas, een initiatief van Annelies Vet. Moniek noemt de atlas een ‘medium voor het menselijke beeld‘. De getoonde foto’s komen uit de De Subjectieve Atlas van Mexico, die Moniek zelf maakte en vertellen iets over de sociale omstandigheden waaronder mensen in Mexico leven. Ze legt uit hoe gechoqueerd ze aanvankelijk was over de vrijpostigheden van de mexicanen. Bij nader inzicht lijkt dat hun behuizing zo klein en vaak overbevolkt is dat ze daar niet de gelegenheid hebben om intiem te zijn. Daarna volgen de atlas van o.a. Nederland en Palestrina. De laatste is aan leiding tot de volgende uitspraken: De Subjectieve Atlas laat het ‘0bjectieve zien in relatie tot het subjectieve’, de ‘politieke schaal in relatie tot de menselijke schaal’.
Redactie van de atlassen worden gepleegd middels workshops – waarin bijv. studenten van de partners waarmee de Atlas werken, participeren. Studenten nemen daags erna vaak familie en vrienden mee. Via dialogen en debat wordt de inhoud – beeld en tekst –gegeneerd. Iedere atlas bevatten zelfgetekende kaarten met subjectieve waarden (overview) , straatbeelden (contact met grond) en vlaggendesign. Deze beelden zijn geven structuur aan de workshops en inhoudelijk structuur.
——
Oplevering
Feedback 10-04-2015
Vragen aanscherpen
– Doorvragen waar het autonome aspect in de gekozen beelden zit en in het stuk noteren.
– Vragen stellen aan mensen die heel toegepast werken: wat was de opdracht? Wat was het beeld dat de opdrachtgever in zijn/haar hoofd had? Kun je dat laten zien?
– De context in kaart brengen.
– Hoe kan ik mijzelf zichtbaar maken bij vooral jonge ontwerpers: netwerkmogelijkheden aanbieden, iets terug geven, allumni WdK en Jan Wessel opvragen;
Nieuwe vragen 08-04-2015
Hoofdvraag
– Ben jij een kunstenaar en of designer?
– In welk domein van de kunst beweeg je je?
– Hoe oud ben je?
– Wat versta je autonomie?
(Vind je dat autonomie gekoppeld is aan het sociaal- maatschappelijke domein en politiek?)
– Hoe belangrijk is autonomie voor jou?
– Waarom vind je autonomie (niet) belangrijk?
– Kun je een vraag bedenken die ik je in deze context zou kunnen stellen?
– Weet je misschien een kunstenaar/designer die ik deze vragen kan voorleggen?
– Zou je me een beeld willen sturen van jezelf dat je relevant vindt in relatie tot ons gesprek over autonomie?
– Do you consider yourself an artist?
– In what domain of the arts or design are you working?
– How old are you?
– What does autonomy mean to you?
(Do you think the meaning of autonomy is attached to social issues and politics?)
– What is the importance of autonomy for you personally?
– Why is autonomy important for you?
– Could you think of a question I could/should have asked you?
– Is there an artist/designer I can ask the questions above?
– Could you send me a picture that is relevant to the topic we have been discussing?
Setting
Om wederzijdes beïnvloeding te voorkomen heeft het bij nader inzien heeft het de voorkeur om de participanten privé te spreken. Daarmee worden de antwoorden het betrouwbaarst. Verder hoop ik kunstenaars te vinden die een zo breed mogelijk spectrum van de veld overspannen. Relevanties: verschil in leeftijd, hun domein van kunst of design.
Met dit inzicht heb ik contact opgenomen met vier kunstenaars/designers:
Sophie Gerritsen, designer, 29 jaar
David Garcia, audiovisueel kunstenaar, professor Digital Arts & Media Activism of the University of Bournemouth,
Carolien Scholtes, beeldend kunstenaar, 1958
Menno Grootveld, 1957
Oefening Krachtenveld
(netwerk van betrokken partijen, dat kan groeien en krimpen naarmate het project vordert.)
Doel: input voor de voortgang van het onderzoeksproces. Hoe stel je vragen? Bedenk een scenario… hoe creëer je een situatie waarin je bepaalde kan vraag stellen en hoe leg je dat vast: visualiseren ervan.
Invulling:
Setting met participanten: salon met kunstenaars en ontwerpers in thuiszetting (daar komen goede ideeën van). Om bijv. verzamelde beelden voor te schotelen. Het liijkt me fijn en zinvol om de participanten iets te laten doen. Dit baseer ik op mijn ervaring dat mensen makkelijker vertellen als ze samen in in actie zijn.
Ideeën
– Neem iets mee dat raakt aan het begrip autonomie (om de vraag te beantwoorden: wat versta je onder autonomie?)
– Visuele antwoorden vragen
– Scenario bedenken, een spel maken of spelen?
– Prototype van een salon maken:
– Whiteboard/flipover voor resultaten. (deliverables verzamelen)
– Wat denken jullie dat de juiste vragen zijn om het belang van autonomie te toesten onder kunstenaars, vormgevers maar ook wetenschappers?
——-
Gewijzigde vragen n.a.v. speeddate-oefening
Hoofdvraag: Hoe belangrijk is autonomie voor jou?
Na de opmerking van Hanneke dat mijn vragen veel te breed /groot zijn zit ik een tijdje met de handen in het haar. Het is al wat later in de middag en het hoofd wil niet meer zo. Tijdens de daaropvolgende oefening ‘Krachtenveld’ floept het er alsnog uit. Ik realiseerde me tijdens deze oefening dat ik in eerste instantie wil weten of het begrip autonomie voor huidige kunstenaars/ontwerpers van belang is (net zoals voor mij) en hoe ze er mee bezig zijn.
– Wie bepaald of iets vernieuwend is? Welke parameters zijn daarvoor?
– Waarom wil je ontwerper worden? (voor studenten)
– Waar komt de behoefte vandaan om de kunst te maken (effectiever: persoonlijke drijfveren)
– Philip Starck als voorbeeld van autonomie, denk aan de citruspers; wat voegt hij toe aan de samenleving?
opm. Moniek Driesse: Zoek naar vragen die het makkelijker maken om vanuit een eigen drijfveren te beantwoorden.
Tip: Tino Sehgal, Jan Mot-galerie Brussel http://www.janmot.com/: Werkt met auteurschap en copyright.
——-
Eigen exercitie
Vragen voor beeldende kunstenaars
– wat voor een soort werk maak je? /
– hoe kom je tot een beeld/concept?
– houd je rekening met de kijker in je beeldende praktijk?
– maak je je zorgen over je vakgebied?
– hoe vaak exposeer je?
– kun je leven van je werk?
– wat versta je onder autonomie? Waarin voel je je beperkt?
– vind je autonomie/eigenheid/ belangrijk?
– heb je het gevoel dat er een plek is voor een autonome invulling van je vakgebied?
– wat denk je dat de functie is van beeldende kunst?
Vragen voor ontwerpers
– wat vind je dat de functie is van je vakgebied?
– sta je altijd achter je werk?
– kun je van je werk leven?
– voor welke doelgroep werk je graag?
– zou je een profielschets van je favoriete doelgroep kunnen geven?
– waarom werk je graag voor die doelgroep?
– werk je graag met een afgebakende opdracht of heb je liever veel vrijheid?
– wie is je favoriete ontwerper?
– wat vind je van commercie?
Vragen voor ontwerpstudenten
– wat denk je dat de functie is van je vakgebied?
– wat voor soort ontwerper wil je worden?
– wie is je favoriete ontwerper? wie bewonder je?
– vind je het interessanter te werken aan een opdracht met veel vrijheid of voel je je meer thuis bij een afgebakende opdracht met een duidelijk kader?
– vind je het leuker te werken aan een opdracht met veel vrijheid of voel je je meer thuis bij een afgebakende opdracht met een duidelijk kader?
– wat vind je van retail-ontwerp? voorbeelden
– houd je van beeldende kunst?
De drie belangrijkste vragen
– aan de kunstenaar: wat denk je dat de functie/waarde is van beeldende kunst?
– aan de ontwerper: wat is de functie van auteurschap binnen ontwerpen?
– wat denk je dat de functie is van je vakgebied? (Te schools)