Interview Isabelle Vigier, Unsounds
Vigier vindt het label een goed platform om verschillende disciplines te verbinden. Na vijftien jaar actief met de uitstraling van het label Unsounds en de individuele producten bezig te zijn geweest, ziet ze nu het belang om meer kunst vormen te verbinden. Dat probeert ze vooral te doen met andere gereedschappen dan een CD met een boekje erbij. Daar zit een duidelijke visie achter. Zo heeft ze vorig jaar een boek gemaakt met de teksten van Reinaldo Laddaga. Het zijn verschillende teksten uit de literatuur, bewerkt en ingekort. Alle verhalen samen vormen een fantastische vertelling. Vervolgens zijn er verschillende componisten gevraagd om erop te reageren met een stuk en Vigier maakte er illustraties bij. Zo hoopt ze mensen die niet zo bekend zijn met moeilijk in het gehoor liggende muziek toch te interesseren. Ik zou zeggen intrigeren.
Haar realisme en de helderheid waarmee ze het communiceert is krachtig en scherp: Avant-gardemuziek zal nooit een groot publiek bereiken, daarvoor is het avant-garde. Maar er is wel ruimte voor meer exposure. Zo zoekt ze naar verbindingen met andere disciplines die in het zelfde schuitje zitten, om te sparren zodat er iets interessants ontstaat: experimenteren, vergelijken of contrasten opzoeken. Avant-garde wordt ‘van binnen’ gemaakt, dat is een eigenschap waar rekening mee gehouden moet houden. Alsof ze met nadruk wil zeggen, niemand is hier zielig en het onderzoek dat we doen is van het allergrootste belang. Ze zegt dat op dit niveau het er niet om gaat een groter publiek te bereiken, dat is voor educatie of moet op het podium plaatsvinden. Wij geven het zo eerlijk mogelijk vorm, zo scherp en krachtig als het maar kan. Een soort chirurgie.
Massamedia is dood (inert), maar levendige scenes zitten overal!!
Avant-garde wordt ook vaak achteraf begrepen. Het label is er ook om een work of memory te maken. Een recording maken is een belangrijk moment van een musicus, dan ben je bezig met de opbouw van een carrière. Maar geschiedenis is ook belangrijk, om op terug te kijken. Dus moet je ook archiveren. Ze verwijst nu naar fantastische componisten zoals Robert Ashley en Éliane Radigue, wiens werk nu erkend worden en een inspiratie is voor jongere generaties.
Voor de identiteit van Unsounds gelden de eigenschappen sophisticated, conceptueel en elegantie. Dit is zoals ze ondanks de diversiteit van de musici haar label ziet, dat zijn de eigenschappen van de muziek en daar heeft ze de typografie en de metallic kleuren die tot het pallet horen op uitgezocht. Ik vroeg of ze dacht dat het onwetende publiek de muziek ook zo ervaart, want die horen vooral herrie, of ruis. Maar die precieze eigenschappen, dat is dus juist wat ze wil communiceren: zo zit het en niet anders!
Ze heeft het ook over een actieve manier van samenwerken waarbij het beeld, tekst en muziek allemaal op het zelfde niveau functioneren. Dat laatste is belangrijk omdat de avant-gardescene erg gesloten is en musici maar moeilijk te overtuigen zijn van het belang van identiteit, ontwerp of visualiteit. Ontwerpers weten niets van muziek zeggen ze, maar ze hebben niet door dat ze zelf potdicht zitten. Zij ziet zichzelf als een onderdeel van een ensemble, waarbij het werkt als een soort economie waarbij je een goede groep om je heen moet hebben om werken van niveau te halen, zoals dat geldt voor iedere organisatie. En dat bewust te krijgen is en blijft heel pittig, maar dat is werk wat er gedaan moet worden. Het gaat niet om de frustratie.
Hoe langer ik naar haar ontwerpen kijk, en het tot me door laat dringen wat ze bedoeld des te beter begint het tot me door te dringen, zó ziet zij die muziek. Het is haast een metafoor: het moet de scherpte en de elegantie hebben van een mes. Het grappige is dat het op haar lijkt: krachtige heldere zinnen, zachte stem.
Afbeelding .. – Automatic writing, 1979, Robert Ashley zat bij het Unsounds, hij lijkt de elegantie te vertegenwoordigen waar Vigier over spreekt.
Aantekeningen gemaakt gedurende het interview
Weergaveprobleem, bij klik wordt het beeld correct weergegeven.