Onderstaand artikel betreft Taco Stolk, momenteel directielid van de Interfaculteit, Den Haag samen met Edwin van der Heiden. Ik hoop Taco Stolk te interesseren voor een debat, experiment over ontwerp en geluid/muziek. Het artikel geeft goed het tijdsbeeld van 1995 weer, de opkomst van het internet en de betekenis van interactiviteit voor interdisciplinaire kunst.
De elektronische media winnen terrein. Het gebruik van Internet, CD-Rom en CD-i wordt binnenkort net zo gewoon als het opslaan van kranten, catalogi, tijdschriften of het aanzetten van cultuurprogramma’s op tv. In de kunstwereld wordt het aanbod met de dag groter. Kunst leent zich bij uitstek voor dit soort media, met haar rijk geschakeerde aanbod aan beeld en geluid. De komende weken surft Trouw in ‘Kunst DIGITAAL’ langs elektronische kunstgebieden. Vandaag aflevering 3: scheppen op Internet.
‘THE i SITE’ is een van de meer originele kunstwerken op Internet (http://www.desk.nl/ alterfin/). Yariv Alterfin heeft het gemaakt en biedt het aan via Desk.nl (http://www.desk.nl/overview/artists/) – een onderdeel van de Digitale Stad Amsterdam – dat kunstenaars de mogelijkheid geeft om een werk op Internet te zetten.
Veel van wat er te zien is, is op dit moment nog niet veel meer dan een plaatje met een praatje, maar het is aan het veranderen. Schoorvoetend beginnen kunstenaars en instituten het net als instrument voor autonoom werk te gebruiken. Taco Stolk bijvoorbeeld, een student aan de Interfaculteit Beeld en Geluid van het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Hij is zeer actief bezig met het scheppen van kunst op en door middel van Internet. Twee projecten eisen op dit moment zijn aandacht op. Het eerste is een web-site die een muziektheater-voorstelling van het conservatorium begeleidt en het tweede is een eigen kunstproject, dat hij via de VPRO op het net zet.
Ter gelegenheid van het afscheid van componist Dick Raaijmakers als docent aan het conservatorium, gaat vrijdagavond in het Koninklijk Conservatorium het door hem gecomponeerde muziektheaterstuk ‘Scheuer im Haag’ in première. In deze voorstelling worden in een op de toeval-methode van John Cage geïnspireerde compositie uiteenlopende componenten als tekst, elektronische muziek, lichtprojecties, filmbeelden en geurflarden aan elkaar gekoppeld. Parallel hieraan wordt een web-site gemaakt. Stolk: “In de site wordt het associatieve, onberekenbare en ‘chaotische’ van de voorstelling voortgezet. Het materiaal dat op de web-pagina’s komt, is op zich iets concreter dan in de voorstelling, maar er zit ook een aantal Internet-eigen toepassingen op, zoals dwarsverbindingen die door de gebruiker zelf gemaakt kunnen worden en animaties. Uiteindelijk is het een soort recompositie van hetzelfde stuk.”
Waar de ‘Scheuer’-pagina nog behoorlijk in dienst staat van de voorstelling, is Stolks’ project ‘fZone’ (http://www.vpro.nl/www/arteria/wolfram/fzone/) volledig autonoom. “Door middel van een zelf geschreven computer-programma maak ik muzikale composities voor ieder uur binnen iedere tijdzone in de wereld. Het ritme en verloop van de compositie wordt beïnvloed door een aantal factoren: het weer in een specifiek gebied van die tijdzone, de stand van eb en vloed en de seismografische gegevens. Deze informatie wordt met het programma omgezet in klank. Deze klanken zijn weer afkomstig van stukjes muziek en andere geluiden die ik her en der van Internet afpluk. Op deze manier ontstaat dus een soort muzikale weergave van het weerbericht in een bepaalde tijdzone en een bepaald uur van de dag.”
Taco Stolk maakt zijn Internet-projecten onder de noemer ‘l’Affaire Wolfram’, genoemd naar een cult-boek van ene Wolfram, waarvan niet duidelijk is of het bestaat. “Wat mij boeit aan Internet zijn niet de technische mogelijkheden, want die zijn nog beperkt, maar de conceptuele ervaring die je kunt creëren. Ik wil gebruik maken van de dingen die Internet nu al onderscheidt van andere media: de geografische afstand die irrelevant is geworden, het potentieel van de enorme databases vol gegevens, het grote gemêleerde gezelschap dat je kunt bereiken en de mogelijkheid om dit alles vanuit huis te bekijken. Voor mij zijn goede kunstwerken op Internet gebaseerd op dat soort facetten. Ik heb niet de drang om de nieuwe mogelijkheden van de techniek te emanciperen, meer om ze te esthetiseren.”
Taco Stolk verovert als individueel kunstenaar het web, maar in de Verenigde Staten zijn al musea die als opdrachtgever fungeren voor het maken van kunst op Internet. Het Riverside California Museum of Photography bijvoorbeeld van de Universiteit van Californië (het UCR/CMP). Daar wordt op twee manieren van Internet gebruik gemaakt: op de gebruikelijke manier met een selectie uit de eigen collectie en een impressie van de lopende thema-tentoonstellingen en met een presentatie van de in opdracht van het museum gemaakte werken. Hiervoor worden kunstenaars – veelal fotografen – uitgenodigd een paar weken in het museum te werken.
Edward Earle is bij het California Museum of Photography de bedenker en leider van het Internet-project. “Internet doorbreekt fysieke en wereldse grenzen. Het is net als met een warenhuis in de grote stad (Los Angeles, red.), we gaan nooit dicht. Het museum en de uitgezette kunstwerken zijn 24 uur per dag beschikbaar. We begonnen met ons project op Internet in 1993 en gaven de opdracht voor onze eerste World Wide Web-kunstprojecten in 1994. De intentie is om kunstwerken te creëren die niet gebonden zijn aan fysieke grenzen, die niet bestaan anders dan als ervaring op een beeldscherm.”
“Wat wij tonen op het net is niet bedoeld als veredelde advertentie voor het museum, zoals een videotape of een catalogus dat zijn, maar als een autonome uitbreiding van het conventionele instituut museum. Het California Museum of Photography als een World Wide Web-ervaring is een parallel museum, niet gebonden aan ruimte en tijd en volledig in de geest van André Malraux’s ideaalbeeld van een ‘museum zonder wanden’.”
In dit parallelle museum zijn onder andere van Edward Beardsley fantasie-reisbeelden te zien in de geest van Baron von Munchhausen en Gulliver’s Travels met een vleugje Monthy Python (http://www.cmp.ucr.edu/Beardsley/ip1-master.html), een associatieve tocht door de wereld van de contactadvertenties van Kevin Jon Boyle (http://www.cm.ucr.edu/exhibitions/profile/kb.html) en de remake van een liefdesbrief van Stephen Axelrad aan zijn jeugdliefde Patti, maar dan vol Internet-connecties en andere grappen (http://www.cmp.ucr.edu/Axelrad/letterpatti/letterpatti.html).
Wat veelal ontbreekt aan de kunstwerken op het net is een wezenlijke interactiviteit tussen aangebodene en gebruiker. Een uitzondering is de site ‘Molecular Clinic 1.0’ die de Japanner Seiko Mikami voor het ArtLab in Tokio maakte (http://sc-web.canon.co.jp/molecular-clinic/artlab-bionet/).Hij biedt de afbeelding van een spin aan, opgebouwd uit moleculen. Als gebruiker kun je een van de moleculen naar je eigen computer halen, hem manipuleren en vervolgens weer terugplaatsen. Na verloop van tijd wordt door de diverse ingrepen een compleet nieuwe spin geconstrueerd. Het enige nadeel is dat je een krachtige en snelle computer moet hebben en de juiste programmatuur. Als concept is het echter zeer boeiend en prikkelt het de fantasie over de mogelijkheden van Internet.
Doordat Internet als algemeen toegankelijk informatie-systeem nog maar kort bestaat in Nederland, is de kennis ervan nog behoorlijk beperkt. Steeds vaker worden daarom symposia, festivals en seminars georganiseerd om tot ideeënuitwisseling te komen. Zondagavond is het de beurt aan ‘Wiretap 1.10’. Kunstenaars uit binnen- en buitenland presenteren in Rotterdam de projecten waarmee zij bezig zijn. ‘Muziekmachines’ staan dit keer centraal. Er zijn performances en presentaties (overigens niet alleen van Internet, maar ook CD-Rom, CD-i en Virtual Reality) en de componist Victor Wentinck houdt een lezing over het gebruik van interfaces bij het componeren. De avond wordt georganiseerd door V2, een zeer actieve organisatie op het gebied van multi-media. Ook zij heeft natuurlijk een adres op het web (http://www.vpro.nl/www/arteria/V2onW3/Icons/V2page.html), waarop de nodige kunst is te zien. Wie niet.