Elke kunstenaar is een ontwerper

Kolbowski_closed_circuit_202/14/2015
Pleidooi voor een ontwerpkritische praktijk

Max Bruinsma over hoe de beeldend kunstenaar zich verhoudt tot de veranderende visuele cultuur (rond 2000) waarin deze zich breder moet beargumenteren. Daarbij haalt hij het discours aan rond vormgeving en ontwerp in de context van de autonome beeldende kunst.

Max Bruinsma is voor mij het DNA waar ik vandaan kom. Ik vond het erg frappant dat ik een stuk van zijn hand vond toen ik mijn speurtocht begon naar de overlap van beeldende kunst en design. 

Het is eerder een erkenning van het feit dat producten van kunst, design, architectuur, mode, reclame, film, televisie etcetera heden ten dage zozeer onderling verweven zijn in de ‘laat20steeeuwse visuele cultuur’, dat het maken van principiële, aan object, materiaal en medium gebonden onderscheiden vaak meer verduistert dan verheldert. Natuurlijk is die verwevenheid niet absoluut en dus blijft er ruimte om onderdelen van die visuele cultuur vanuit verschillende perspectieven te beschouwen. Het is dat perspectief dat bepaalt waar we onze blik op richten, en dat bepaalt eveneens in hoge mate met welke intentie we kijken.

“De binding aan een specifieke inhoud en een alleen voor deze stof passende wijze van uitbeelden is voor de hedendaagse kunstenaar iets uit het verleden en de kunst is daardoor een vrij inzetbaar instrument geworden, dat de kunstenaar, al naar gelang zijn persoonlijke behendigheid, bij elke inhoud, van welke aard ook, kan hanteren. (-) De nadere detaillering komt echter niet uit hem zelf voort, maar hij gebruikt hiervoor zijn voorraad van beelden, vormgevingen en eerdere kunstvormen, die hem, op zichzelf, onverschillig zijn en die alleen belangrijk worden wanneer ze hem voor deze of gene inhoud het meest passend voorkomen.”
“Daarom verhoudt de kunstenaar zich over het algemeen net zo tot zijn onderwerp als de dramaturg, die andere, vreemde personages inzet en ten tonele voert.”
Hegel (1.)

In de huidige visuele cultuur, waarin het leveren van een product op zich niet voldoende is, maar er ook terdege rekening gehouden moet worden met de context waarin het terecht komt en de wijze waarop het daarin functioneert, lijken ontwerpers het best beslagen ten ijs te komen. Zij zijn gewend te werken vanuit specifieke vragen die voortkomen uit de analyse van de opdracht. Kunstenaars, die door hun jarenlange autonome positie een grotere vrijheid van werken kennen, hebben het er, volgens Max Bruinsma, moeilijk mee nu ook van hen gevraagd wordt zich op een breder beargumenteerde wijze te verhouden tot hun omgeving.

http://maxbruinsma.nl/metro/index.html?des.html

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.