Gesprek met Erik Visser

Vanmiddag bezocht ik mijn voormalige docent muziekgeschiedenis en organist op de Schumannacademie, Erik Visser in zijn woning op het Oudekerksplein in Amsterdam. In ons aangename gesprek plaatste Erik het begin van het modernisme in de muziek pas een jaar of vijf na WOII. Het kondigde zich aan met de Seriële muziek zoals het twaalftoonstelsel met Stockhausen en Debussy. Schönberg was in eerste plaats een romantische componist en Strawinsky componeerde voor de muziek, niet voor het volk. Daarnaast noemde hij expliciet de italiaan Luigi Nono een modernist, ook gezien zijn sociale betrokkenheid. In 1952 werd deze componist lid van de communistische partij. Zijn avant-garde muziek was een revolte tegen de bourgeois-cultuur.1

Vraag van Erik aan mij was wat de equivalenten zijn in de beeldende kunst. Ik moet dan toch heel erg denken aan Malevitsj en Duchamp. De eerste vanwege zijn radicaal abstracte benadering van schilderkunst en de tweede vanwege zijn net zo’n radicale conceptuele benadering van kunst en zijn weerzin tegen het establishment en dat zou kloppen met die redenering. Verder kwam de kruisbestuiving ter  sprake tussen muziek aan het eind van de 19e eeuw (het impressionisme) en de oriëntaalse invloeden in bijv. Jugenstil en Art Nouvau. Een voorbeeld is Debussy’s ‘Pagodes’, een stuk met Javaans-georiënteerde elementen (imitatie van Gamelan)2. Het tweede voorbeeld hieronder heb ik bijgevoegd omdat het de oriëntaalse invloeden zo duidelijk hoorbaar maakt.

 

Heen en weer zigzaggend door de 20e eeuw passeerden Cage vooral als uitvinder, het muzikaal genie Varèse die radicale maar prachtige muziek maakte en Boulez eerder als vooraanstaand dirigent dan als componist. Bijzonder in dit verband is te noemen dat Boulez door de Interfaculteit door Taco Stolk juist heel erg naar voren geschoven werd als vernieuwer. (zie http://studiozenz.nl/master/25-jaar-interfaculteit-paradiso-27-juni/)

Zsa Zsa Linnemann

 

  1. https://nl.wikipedia.org/wiki/Luigi_Nono
  2. https://nl.wikipedia.org/wiki/Impressionisme_(muziek) Tevens wordt de muziek intiemer, geen grote bezettingen met bombastische geluidsorkanen, maar subtiele klankvelden, die fijntjes en subtiel worden vormgegeven. Er ontstaat een voorkeur voor kleinere vormen en bezettingen. Ook wordt het tonale componeren verlaten in ruil voor pentatoniek (zie ook afbeelding Pagodes) en octotoniek, harmonie wordt vrijer, en het ‘zwevende’ ritme (minder duidelijk waar de ’tel’ zit) wordt prominenter.In het late impressionisme verschijnen invloeden van de uit Amerika overgewaaide vroege jazz-cultuur. (Voorbeelden: The Little Negro van Debussy, Pianoconcert in G van Ravel). Maar ook de toenemende mechanisatie en industrialisatie drukten hun stempel op de teloorgang van de stroming.In de rest van Europa wordt de stroming nauwelijks overgenomen of geïmiteerd. In Duitsland kan Hugo Wolf in zijn latere werk gezien worden als een impressionist. Bij de Nederlandse componisten valt te denken aan Alphons Diepenbrock, Jan Ingenhoven en Rudolf Escher, maar geen van drieën kan voluit impressionist worden genoemd. Ook componisten als Gustav Mahler, Alban Berg en Schoenberg vertonen soms impressionistische trekjes, al ontwikkelde hun muziek zich uiteindelijk in een andere richting: de vrije a-tonaliteit en serialisme.

 

 

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.