A Portrait of Pierre Boulez

Pierre Boulez, Asko|Schönberg, Slagwerk Den Haag

Dit jaar wordt Pierre Boulez de pionier van de abstractie, het experiment en de elektronica in de muziek negentig. De voorstelling in Muziekgebouw aan ’t IJ is vormgegeven door Boulez’ goede vriend, de beroemde architect Frank Gehry en samengesteld door Boulezkenner Gerard McBurney, creatief directeur van Beyond the Score®. Sleutelfragmenten uit Boulez’ oeuvre, live uitgevoerd door Asko|Schönberg en Slagwerk Den Haag, worden met elkaar verbonden door voorgedragen brieven en gedichten en droomachtige, dynamische projecties van archiefbeeld en nieuw materiaal van en met Boulez.

Beyond the Score a Portrait of Pierre Boulez 2 half breed

 

Inclusief delen uit de volgende werken van Pierre Boulez:

Incises (2001)
Derive II (2009)
une page d’ephemeride (2005)
Anthemes I (1992)
Messagesquisse (1977)
Derive I (1984)
Improvisation sur Mallarme 1 (1957)
Notations V + XI (1945)
…explosante-fixe… (1971)
Memoriale
…explosante-fixe… original (1985)
Domaines (1968)
Improvisation on Mallarme II (1957)
Dialogue de l’ombre double (1984)
Le marteau sans maitre :
parts III + VIII (1955)
Structures livre I (1946)

ACHTERGRONDINFORMATIE

Pierre Boulez: ‘Ik wil de verrassing en het plezier ondergaan van het ontdekken.’

Na muzikale portretten van Varèse, Xenakis, Cage en Nono eert het Holland Festival tijdens de 68e editie de Franse componist en dirigent Pierre Boulez. Het belang van Boulez in het naoorlogse muzieklandschap kan nauwelijks worden overschat; de meester is van grote invloed geweest op zowel zijn generatiegenoten als de componisten na hem.

Een van de performances waarin Pierre Boulez centraal staat isBeyond the Score® A Portrait of Pierre Boulez door Asko|Schönberg, Slagwerk Den Haag en Bracha van Doesburg onder leiding van Etienne Siebens. De wereldpremière vond op 14 november plaats in Chicago door Chicago Symphony Orchestra, het gezelschap waarvan Boulez conductor emeritus is. Het Chicago Symphony Orchestra is de initiator van het project, als onderdeel van de reeks multimediale concerten Beyond the Score® die het orkest al zo’n tien jaar organiseert. In deze reeks wordt een compositie onder de loep genomen: tekst en uitleg voor de pauze, een uitvoering van het volledige werk na de pauze. In het geval van Boulez is er niet voor één compositie gekozen, maar voor een avondvullende dwarsdoorsnede van Boulez’ oeuvre. Los Angeles Splash Magazines na de première: ‘Een passender eerbetoon aan Boulez dan dit eerste aan een levende kunstenaar gewijde Beyond the Score-programma is moeilijk denkbaar.’

In de toegankelijke voorstelling Beyond the Score® A Portrait of Pierre Boulez worden beeld- en tekstfragmenten afgewisseld met uitvoeringen van muziekfragmenten. De architect Frank Gehry, een goede vriend van Boulez, heeft een choreografie van grote, witte panelen ontworpen waarop bewegend archiefbeeld van de componist-dirigent door de jaren heen wordt getoond: een gesprek tussen Boulez en Stravinsky komt aan bod, maar ook recent interviewmateriaal, opgenomen bij Boulez thuis in Baden-Baden. Tijdens de voorstelling verplaatsen figuranten de panelen, waardoor het beeldmateriaal op een levendige manier aanwezig is. Zij lopen ook zo nu en dan met smartphones rond de musici; het beeld wordt live op de panelen geprojecteerd.

Met korte filmfragmenten wordt steeds een andere kant van Boulez’ persoonlijkheid uitgelicht: zijn leven in Parijs tijdens en net na de oorlog, zijn denken over muziek, zijn muzikale universum en zijn muzikale en literaire helden. Beeld en muziek – zestien muzikale fragmenten in totaal – wisselen elkaar af. Werken als Dérive I en II,Incises, Anthèmea, Improvisation sur Mallarmé, Structure livre I en …explosante-fixe…, met daarin veel solistisch materiaal, passeren de revue.

Het creatieve brein achter de Beyond the Score® -concerten is Gerard McBurney. Hij heeft niet geprobeerd een volledig en uitputtend overzicht van Boulez’ leven en werk te geven, maar is associatief te werk gegaan. Het werk van Boulez is op een ontspannen manier toegankelijk gemaakt: we horen bijvoorbeeld geen streng college over serialisme, maar wel een aansprekend verhaal over ‘nieuw materiaal’. Boulez trekt een parallel met de bouwkunst door op te merken dat we nu geen huizen meer bouwen met het materiaal en de techniek waarmee dat in de 18e eeuw gebeurde. Ook de muziek van onze tijd vraagt om nieuw materiaal waarmee nieuwe vormen gevonden kunnen worden. En passant komen de harmonische bouwstenen – intervallen, akkoorden, omkeringen – aan bod, met projecties van notenbalken, en met Boulez zelf als verteller.

Beyond the Score a Portrait of Pierre Boulez 1 half breed

BIOGRAFIEËN

Pierre Boulez (Montbrison, 1925) is als componist, theoreticus en dirigent een van de toonaangevende figuren in het landschap van de naoorlogse Europese muziek. Aanvankelijk studeerde hij wiskunde in Lyon, maar vertrok in 1943 naar Parijs, waar hij zich tegen de uitdrukkelijke wens van zijn vader in aanmeldde bij het Conservatoire. In 1946 werd hij op voordracht van Honegger benoemd tot muzikaal directeur van de Compagnie Renaud-Barrault, waarmee hij de basis legde voor zijn latere loopbaan als dirigent. In zijn composities uit de tweede helft van de jaren 40 bracht hij de invloeden van Messiaen, de twaalftoonstechniek en vooral het werk van de late Webern tot een synthese. Zijn Structures Ia (1951) voor piano betekende het hoogtepunt en tegelijk het eindpunt van het totale serialisme van de Darmstadt School, waarna de weg vrijkwam voor een inventievere omgang met de seriële uitgangspunten, bijvoorbeeld in zijn vroege meesterwerk Le marteau sans maître (1953-1955). Hij zette zijn visie uiteen in verschillende publicaties, zoals Penser la musique aujourd’hui (1964) en Relevés d’apprenti (1966), en was een pionier van het gebruik van elektronica in de muziek. Kenmerkend voor Boulez’ werkwijze is dat hij zijn composities veelvuldig herziet, vaak over lange tijdspannen heen, zoals in het geval van Pli selon pli. Begin jaren 70 onderzocht hij samen met president Georges Pompidou de mogelijkheden voor een muzikaal onderzoekscentrum, wat uiteindelijk leidde tot de oprichting van het Institut de Recherche et de Coordination Acoustique/Musique (IRCAM) met Boulez als directeur.

Boulez was muzikaal adviseur van het Cleveland Orchestra van 1970 tot 1972, chefdirigent van het BBC Symphony Orchestra van 1971 tot 1975, en muzikaal leider van het New York Philharmonic van 1971 tot 1977. Hij is verbonden geweest aan het Chicago Symphony Orchestra en stond de laatste jaren onder meer voor de Berliner en Wiener Philharmoniker, het London Symphony Orchestra, het Orchestre de Paris, het Ensemble InterContemporain en het Mahler Chamber Orchestra. In 2005 begon hij een samenwerkingsverband met de Staatskapelle Berlin. Hij is vooral befaamd om zijn voorbeeldige interpretaties van klassiekers van het 20e-eeuwse repertoire, van componisten als Debussy, Mahler, Bartók, Varèse, Schönberg, Webern, Berg en Stravinsky, maar dirigeert ook veelvuldig nieuw werk van hedendaagse componisten en werken van 19e-eeuwers als Beethoven, Schumann, Berlioz en Wagner. Van 1976 tot 1995 bekleedde Boulez de leerstoel ‘Invention, technique et langage en musique’ aan het prestigieuze Collège de France. In 2002 werd hem de Glenn Gould Prijs toegekend. In 2007 dirigeerde Boulez de opening van het Holland Festival, de opera From the House of the Dead. In diezelfde editie dirigeerde hij het Mahler Chamber Orchestra dat werk uitvoerde van Schönberg, Bartók en Stravinsky. Op 17 juni 2010 ontving Boulez tijdens het Holland Festival in Muziekgebouw aan ’t IJ de Edison Oeuvreprijs Klassiek.

Architect Frank Gehry (Toronto, 1929) studeerde aan de University of Southern California en aan de Harvard Graduate School of Design. In zijn architectencarrière, die zo’n vijftig jaar omspant, heeft hij publieke en privégebouwen ontworpen in Amerika, Europa en Azië. Kenmerkend voor Gehry’s werk is zijn zorg voor het comfort van de mensen. Gehry streeft ernaar dat zijn gebouwen binnen het budget van zijn cliënten passen in hun culturele context. Hij werd toegelaten tot het College of Fellows van het American Institute of Architects en heeft vele landelijke en regionale prijzen ontvangen, waaronder de Arnold W. Brunner Memorial Prize in Architecture en de Pritzker Architecture Prize. Voorts ontving hij de Dorothy and Lillian Gish Award vanwege zijn levenslange bijdrage aan de kunst, en de Friedrich Kiesler Prize. Frank Gehry gaf les aan onder meer Harvard University, de University of Southern California, de Columbia University, het Federal Institute of Technology in Zürich en aan Yale University, waaraan hij nog steeds verbonden is. Tot Gehry’s wapenfeiten behoren het Guggenheim Museum in Bilbao, de Walt Disney Concert Hall in Los Angeles, Eight Spruce Street Residential Tower in New York en de Opus Residential Tower in Hong Kong.

Asko|Schönberg, toonaangevend ensemble voor nieuwe muziek, voert in verschillende bezettingen muziek van de 20e- en 21e-eeuw uit. Deze muziek is niet alleen van grote, gevestigde namen als Andriessen, Goebaidoelina, Kagel, Kurtág, Ligeti, Rihm en Stockhausen, maar ook van jongere componisten als Van der Aa en Roukens, en van de jongste generatie, van wier muziek de inkt nog nat is. Ook de grondleggers van de 20e-eeuwse muziek komen ruimschoots aan bod: van Weill tot Schönberg en van Stravinsky tot Messiaen. Speciale aandacht is er voor langjarige relaties en samenwerking met grote, betekenisvolle componisten, voor onbekend en gloednieuw werk van hoge kwaliteit. Het ensemble heeft een groot aantal samenwerkingsverbanden met (muziek)theatergezelschappen en operahuizen om juist de veelzijdigheid van het hedendaagse muziekpalet over het voetlicht te kunnen brengen. Concerten vinden plaats in de Donderdagavondserie in Muziekgebouw aan ’t IJ, in gastoptredens in de NTR ZaterdagMatinee, het Holland Festival, De Nationale Opera en in coproducties met o.a. het Nederlands Kamerkoor, de Veenfabriek, Silbersee en het Vlaamse productiehuis LOD. Het ensemble treedt op in een keur aan concertzalen in binnen- en buitenland en speelt regelmatig op festivals in o.a. Keulen, Krakau en Parijs. De afgelopen seizoenen waren er optredens in Melbourne, Londen, Parijs, Los Angeles, New York en Jakarta. Ook het jongere publiek wordt niet vergeten. Er zijn educatieve projecten voor leerlingen van het basisonderwijs, compositieprojecten voor middelbare scholieren en samenwerking met de compositieafdelingen van conservatoria. Naast dirigent Reinbert de Leeuw en vaste gastdirigent Etienne Siebens werkt Asko|Schönberg geregeld met Oliver Knussen, Clark Rundell, Bas Wiegers en Emilio Pomárico. Dit alles met een gedreven groep veelzijdige musici en solisten uit binnen- en buitenland. Asko|Schönberg is ensemble in residence bij Muziekgebouw aan ’t IJ.

Slagwerk Den Haag (SDH) is al sinds de oprichting in 1977 gefascineerd door alles wat te maken heeft met geluid, puls en materialen als klankbron. De podiumbespelers én multi-inzetbare (co)creators willen keer op keer verbazen en verrijken in elke denkbare setting. Op het traditionele instrumentenarsenaal, maar bijvoorbeeld ook op porselein, paardenkaken, glas of 3D-geprinte instrumenten. In projecten wordt gereflecteerd op de nieuwste ontwikkelingen, omdat SDH een bijdrage wil leveren aan de speurtocht naar het onontdekte. SDH werkt samen met kunstenaars en makers van nu, zoals componisten Steve Reich, Michael Gordon en Yannis Kyriakides, pianist Ralph van Raat, dansgezelschap Club Guy & Roni en illustrator Wouter van Reek. Toonaangevende partners, ook uit andere disciplines, zijn onder andere Orkater, Asko|Schönberg, Veenfabriek en Kytopia. Het speelveld is breed; van Bang on a Can in New York tot Muziekgebouw aan ’t IJ, van het Holland Festival tot de sloppenwijken van Caïro en van klaslokaal tot het Oerol Festival op Terschelling. SDH gaat regelmatig op tournee wat het gezelschap naar zalen in Europa, de VS, het Midden-Oosten, Japan en recentelijk in Indonesië bracht. Behalve concerten, staan ook dansvoorstellingen, educatie, (familie)muziektheater, special events en talentontwikkeling op het programma van SDH, door de New York Times omschreven als ‘…dazzling percussion group, similarly combined virtuosity and theatricality…’.

Marieke de Kleine (1980) is afgestudeerd aan de toneelacademie Maastricht en is verbonden geweest aan verschillende theatergezelschappen, zoals het Noord Nederlands Toneel en het Onafhankelijk Toneel. Onlangs maakte ze samen met schrijfster Magne van den Berg de voorstelling ‘Met m’n vader in bed (wegens omstandigheden) waarin ze samen met René van ’t Hof speelde. De voorstelling werd geselecteerd voor het Theaterfestival 2014. Ook was Marieke te zien als Juliana in de gelijknamige televisie-serie van de EO en in de familie films Meeskees.

bron: http://www.hollandfestival.nl/nl/programma/2015/beyond-the-score/

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.