Ter gelegenheid van de 25e verjaardag van Interfaculteit, multidisciplinaire opleiding in Den Haag geven directieleden Edwin van der Heiden en Taco Stolk een lezing over het verschil van visie tussen Frans Evers en Dick Raaijmakers. De laatsten zijn oprichters van de Interfaculty of Image en Sound.
Frans Evers ziet een samenwerkingen tussen geluid en beeld graag in de vorm van een synthese (red. zoals Schoenberg en Kandinsky of Mahlers Gesammtkunst*). Raaijmakers daarentegen, als componist zijnde – wil (als uitvoerder) juist graag commentaar geven op een stuk, het liefst dmv het gebruik van elektronica. Hij vond dat muziek consistentie nodig had, dat het niet rommelig mocht zijn. Een manier om dat te verwezenlijke was van laag naar laag te werken. (Of in een gelaagdheid werken, waarbij ik moet denken aan de structuur van akkoorden)
Van der Heiden en Stolk leggen dit uit aan de hand van een uitvoering van Répons van Boulez, waar zes solozangers in het midden zaten, omringd door publiek en waar Raaijmakers het volgende over te vertellen had: Het stuk was gebaseerd op verticale arperggio’s die licht uitgerekt werden zodat ze een diagonale structuur aannamen. Boulez’s doel was om daarmee de muzikale structuur op te rekken, hetgeen hij de democratisering van de muziekstructuur noemde daarmee verwijzend naar zijn visie dat componisten al een behoorlijke mate van vrijheid moesten nemen.
De verwachting was dat de computer (eind jaren 50, begin jaren 60) een grote bevrijding zou zijn, het antwoord van de vraag van componisten zoals Boulez, Varèse en Xenakis. Maar eigenlijk was het een teleurstelling, feitelijk konden computers in die tijd helemaal nog niet zoveel behalve heel goed een klank (of een serie klanken) herhalen, hetgeen niet was wat men voor ogen had.
In Répons wordt op ironische wijze dat herhalende aspect van de computer neergezet aan de hand van een acteur die niets anders doet dan de hele tijd dezelfde zin uit te spreken. N.B Feitelijk werd er een soort loop tot stand gebracht, een vorm die in elektronische muziek heel belangrijk zou gaan worden. (Life in Berlin, The History of Loops van Tilman Baumgärten)
Waar Frans Evers een voorliefde had voor verticale arperggio, was dat Raaijmakers juist een voorkeur voor een horizontale structuur waarbij de klank voortkomt uit de eerste klank.
Volgens Menno in verband hiermee ook Walter Maioli opzoeken.
De droom van de Big Bang
In het tweede deel van de middag sprak Michael van Hoogenhuyze , oprichter van … Hij wilde het nut aantonen van ArtScience aan de hand van onderstaande verhaal dat ik hieronder zal proberen te reproduceren (en wat ik later kan navragen bij Taco Stolk)
Zijn betoog ging als volgt: Regels maken geen kunst, de projecten zijn te ruig en muzes komen uit de kosmos, ze helpen te creëren maar ook vergeten. Kunst was ooit een ambacht maar kunstenaars willen zich altijd graag in het intellectuele discours mengen. Van Hoogenhuyze ziet de kunstenaar als kleine entiteiten die in de grote wereld van het beeld lopen.
Hij draagt een aantal voorbeelden aan: Munch was tegelijkertijd van binnen (psychische wereld) en naar buiten (schilderkunstig gezien?) Hij verwijst ook naar kunstenaars op computers, naar Mondriaan die kunstsystemen opnieuw wilde uitvinden en de invloed van de stoommachine toen deze uitgevonden werd. Volgens hem zorgt Art Science dat je de onderliggende regels begrijpt: dat het hier niet om onzin gaat. Maar hij wijst er ook op dat het tegelijkertijd onweerstaanbaar lijkt om het maken van kunst in tien regels te willen vatten, alleen vraagt een schilderij meer van de kunstenaar dan zijn intellect of het toepassen van regels omdat een schilderij op een zeker moment zijn eigen richting bepaald. Daarnaast is technologie wel erg leuk: The Big Blast van Duchamp (?) is een machine en heeft iets erotisch. Cage doet een performance met Duchamp als schaakspeler. Zappa is een fan van Varèse en had een Ready Made van Duchamp dat helaas door zijn werkester werd weggegooid. En Raaijmakers mist Varèse waardoor iedereen iedereen mist wat volgens Van Hoogenhuyze het begin inluidt van moderne kunst.
‘Technologie maakt altijd dingen stuk en dingen worden altijd weggegooid zodat ze niet oud worden. Het nut van Art Science is om deze processen inzichtelijk te maken en te laten functioneren. Een orakel is een verhaal dat je niet begrijpt. Het is een gekke manier om iets te onderwijzen net zoals kunst. De droom die we nooit zullen zien is de droom van de Big Bang.’
In de kleine zaal boven was een expositie te zien van allerlei mogelijke kunstobjecten die gebruik maken van technologie, electronica en sensoren, beweging en aanraking. Een draaikolk van water in een glas waarvan de oplossing voor het opwekken van energie even simpel als doeltreffend is, een vrachtwagentje waarvan de achterbak geladen is met gras dat bij aanraking begint te rijden, een aquarium met water waarin drijvende kikkererwten wortelschieten, een soort primitieve ‘laserwriter’ waarbij een elektronisch gestuurde pen een kunstwerk reproduceert terwijl je het tegelijkertijd op een beeldscherm kan zien veranderen en een machine dat doet denken aan lopende band dat bij het indrukken van de juiste knoppen een soort productieproces op gang zet. Veel objecten gaan over duurzame oplossingen en zijn in hun simpelheid innovatief en soms aandoenlijk.
/Users/zsazsa/Documents/Master/Verzameling_Fotos_Video/Interfaculteit_25jaar/2015-06-27 18.36.22.mov
door Zsa Zsa Linnemann
* The Academy of the Senses